Lagerwey, Engelbertus (1880-1959)

 
English | Nederlands

LAGERWEY, Engelbertus (1880-1959)

Lagerwey, Engelbertus, bisschop van de oud-katholieke kerk in Deventer (Amsterdam 26-9-1880 - Utrecht 13-3-1959). Zoon van Henricus Gregorius Lagerwey, timmerman-aannemer, en Alida Hendrika van Pel. Hij was niet gehuwd.

Lagerwey ontving zijn klassieke opleiding als seminarist te Amersfoort aan het stedelijk gymnasium en studeerde vervolgens aan het seminarie de theologie. Hij werd op 23 oktober 1904 priester gewijd en diende de kerk als pastoor: achtereenvolgens in Zaandam (1904-1910), in Dordrecht (1910-1924) en in Utrecht (1924-1945), waar hij pastoor was van de nieuwe kathedrale kerk (1914) van Ste. Gertrudis en tevens aartspriester van stad en gewest Utrecht. In 1924 werd hij kanunnik van het Metropolitaan Kapittel van Utrecht en tegelijk deszelfs arcarius. Bij het bereiken van de 70-jarige leeftijd trad hij als kanunnik af en werd als honorair benoemd. Intussen was hij op 2 oktober 1941 benoemd tot bisschop van Deventer (opvolger van mgr. Joh. H. Berends) en werd door de aartsbisschop van Utrecht, dr. Andr. Rinkel, tot bisschop gewijd op 12 november 1941, waarbij hij als zijn devies koos 'Eternitati Laboramus'; hij bekleedde zijn bisschopsambt tot zijn dood.

Lagerwey was een rusteloos werker, wiens belangstelling in en naast zijn pastorale arbeid uitging naar het maatschappelijk leven van zijn diverse woonsteden. Die belangstelling sproot zowel voort uit zijn typisch Amsterdamse geaardheid, die hem graag en gemakkelijk in het maatschappelijk leven deed verkeren, als ook uit zijn aanleg en bezorgdheid voor alle kerkelijke kunst en wetenschap. Zijn maatschappelijke belangstelling en werkzaamheid waren vooral in Utrecht omvangrijk. Hij was daar een stadsfiguur, in de oorlogsjaren een in de wereld van het verzet bekend 'adres', en op zijn 70ste verjaardag eerde de stadsoverheid hem met de erepenning als ereburger van Utrecht. Zijn werkzaamheid als kunstzinnig en kunstverzorgend man dateerde reeds van zijn studententijd, maar ontplooide zich ten volle in Utrecht, toen hij de voormalige oude schuilkerk van Ste. Gertrudis in de Mariahoek kon inrichten tot museum van oud-katholieke kerkelijke kunst en geschiedenis, waar hij alles verzamelde wat in menige pastorie onbekend en ongebruikt bewaard gebleven was. Dit museum stichtte hij in 1929 en beheerde het als directeur tot 1942 (sedert 1972 heeft de omvangrijke collectie een eigen plaats gevonden in het bekende Aartsbischoppelijke Museum te Utrecht). Als directeur verzorgde hij menige expositie in de oude schuilkerk en was hij een belangrijk medewerker aan de historische tentoonstelling in de kloostergang van het Domcomplex, ter herdenking (in 1939) van het 12de eeuwgetijde van Sint Willibrord, de apostel van Nederland.

In 1937 nam hij een aantal oecumenische taken over van de in dat jaar tot aartsbisschop van Utrecht gekozen dr. Andr. Rinkel en was jarenlang de eerste secretaris van de Oecumenische Raad van kerken in Nederland.

Lagerwey was een blijmoedig en als rasecht Amsterdammer met rijke humor begiftigd mens, scherpzinnig denker, spreker en schrijver, dichterlijk geaard en met grote kerkhistorische kennis, waarvan menig geschrift van zijn hand getuigt. In zijn kerk werkte hij van jongs af leidinggevend mede aan velerlei liturgisch werk en op het gebied van kerkelijke kunst, muziek en architectuur.

P: Selectieve bibliografie in herdenkingsartikel hieronder genoemd.

L: 'Mgr. Lagerwey's levensloop. Een overvloed van activiteit', in De Oud-Katholiek 75 (1959) 2033 (15 maart) 55-56.

A. Rinkel †


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013