Breemen, Jan Frans Leonard van (1874-1961)

 
English | Nederlands

BREEMEN, Jan Frans Leonard van (1874-1961)

Breemen, Jan Frans Leonard van, reumatoloog (Amsterdam 11-5-1874 - Amsterdam 7-2-1961). Zoon van Jan Henri van Breemen, koopman, en Hendrika Klazina Tuk. Gehuwd op 30-7-1901 met Ignatia Henriette Wilhelmina Maria Deutmann. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 2 dochters geboren. Na echtscheiding (28-4-1925) gehuwd op 19-6-1925 met Elisabeth Anna Maria Schrik, violiste. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren. afbeelding van Breemen, Jan Frans Leonard van

Van Breemen bezocht in zijn geboorteplaats zowel de lagere school als het Barlaeus gymnasium, dat hij echter voortijdig wegens conflict met zijn leraren verliet. Een poging toegelaten te worden tot de zeevaartschool mislukte wegens afkeuring op grond van onvoldoende gezichtsvermogen. Na het afleggen van een staatsexamen gymnasium-B studeerde hij geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam en behaalde hij op 8 juni 1901 het artsendiploma. Reeds tijdens zijn universitaire studie toonde Van Breemen grote belangstelling voor fysische therapie, die destijds - althans in Nederland - vrijwel uitsluitend in handen van masseurs en kwakzalvers was. Onder zijn universitaire leermeesters trof hij slechts bij de farmacoloog prof. B.J. Stokvis waardering voor fysische therapie aan. Een aanbod van prof. C. Winkler, neuroloog en psychiater, assistent op zijn afdeling te worden, wees Van Breemen van de hand, aangezien dit - volgens de toen geldende normen in de medische wereld - onverenigbaar was met zijn voorgenomen huwelijk.

Van Breemen vestigde zich als huisarts te Amsterdam en verbond zich in 1902 tevens als arts aan een armenhuis met een jaarsalaris van f1500,-. Dit verhinderde hem niet een studiereis te maken langs belangrijke fysiotherapeutische instituten in Oostenrijk, Duitsland, Zweden, Denemarken en Frankrijk, waar hij elektrotherapie bestudeerde.

Teruggekeerd in Amsterdam in 1902 verwezenlijkte Van Breemen zijn plan een centraal instituut voor fysische therapie te stichten, door het oprichten van de Vereeniging voor Physische Therapie (14 februari 1903). Door deze vereniging werd het pand Keizersgracht 489 aangekocht en ingericht tot een modern fysiotherapeutisch behandelingscentrum, waarvoor de artsen als organisatievorm de stichting kozen. Het instituut werd op 15 juni 1905 in gebruik genomen als Instituut voor Physische Therapie, met Van Breemen als directeur-geneesheer. Het instituut was aanvankelijk alleen toegankelijk voor particuliere patiënten, zij het tegen zeer verlaagde tarieven. Nadat in 1910 ook het aangrenzende pand Keizersgracht 491 met behulp van geldschieters was aangekocht, werd tevens een polikliniek voor on- en minvermogenden geopend. Hiertoe had Van Breemen geld ingezameld, vooral onder oud-patiënten.

Onder degenen die het Instituut bezochten, trok het grote aantal lijders aan reumatische aandoeningen zijn aandacht. Van Breemen besefte tevens hoe weinig de geneeskunde deze patiënten te bieden had. Op het Vierde Internationale Congres voor Physische Therapie, dat in 1913 te Berlijn werd gehouden, riep hij de aandacht op voor het reumapro-bleem. Zijn plan om tot internationale samenwerking te komen werd door de oorlogsomstandigheden vertraagd. Buiten het medische vlak ging zijn belangstelling naar politiek en samenleving uit. Zo was hij gedurende korte tijd in 1919 lid van de Vereeniging tot bestudering van socialistische vraagstukken en van de Bond van socialistische intel-lectueelen, waarvan o.a. Henriette Roland Holst, H.P. Berlage en H.J.F.M. Sneevliet lid waren.

Na de oorlog is hij een rol gaan spelen in het bestuur van de International Society of Medical Hydrology. Op een in 1925 te Parijs gehouden bijeenkomst van deze organisatie werd op initiatief van Van Breemen besloten tot het oprichten van een internationaal comité tot reumatiekbestrijding, hetgeen in 1927 zijn beslag kreeg met de Engelse dr. R. Fortescue Fox als president en Van Breemen als secretaris-generaal. Het volgende jaar werd het comité omgezet in de Ligue Internationale contre le Rhumatisme. Tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog heeft Van Breemen zes internationale congressen van de liga georganiseerd en tevens fungeerde hij van 1929 tot 1939 als beherend redacteur van het Engelstalige tijdschrift Acta Rheumatica (later: Acta Rheumatologica). Publikatie van het onder zijn leiding en redactie geconcipieerde 'International handbook of rheumatic diseases' - met medewerking van o.a. W.S.C. Copeman (Londen) en Ph. Hench (Rochester) - leed op het laatste ogenblik schipbreuk door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. In december 1939 onderbrak Van Breemen alle activiteiten van de liga; deze werden pas in 1949 hervat met een groot internationaal congres te New York, waar Van Breemen een uitbundige huldiging kreeg.

Ook op nationaal niveau organiseerde hij de reumatiekbestrijding. Op 23 oktober 1926 werd op zijn initiatief de Nederlandsche Vereeniging tot Rheumatiekbestrijding opgericht. Veel moeizamer bleek de weg tot de wetenschappelijke erkenning van de reumatologie in Nederland. Hoewel Van Breemen daartoe in 1941 een bijeenkomst had georganiseerd op zijn Amsterdams instituut, dat inmiddels herdoopt was tot Amsterdams Centrum voor Rheumatiekbestrijding, werd pas in 1946 de Nederlandse Vereeniging van Rheumatologen opgericht. In 1948 volgde de officiële erkenning van de reumatologie als klinisch specialisme. Zijn streven naar universitaire erkenning van de reumatologie heeft Van Breemen niet bekroond gezien. Van het geld dat ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag in 1954 werd bijeengebracht, richtte hij met medewerking van zijn mede-'veteranen' het Internationale Studiecentrum van Rheumatische Ziekten Amsterdam (ISRA) op, waarvan de oprichtingsvergadering op 15 juni 1955 in het Trippenhuis te Amsterdam werd gehouden. Anders dan in Van Breemens ambitieuze bedoelingen heeft gelegen, moesten zijn activiteiten zich tot het organiseren van internationale workshops over deelonderwerpen van de reumatologie beperken.

Origineel-wetenschappelijke bijdragen tot de studie en nadere kennis van de reumatologie leverde Van Breemen niet, maar zijn verdiensten als organisatorisch pionier op het terrein van voortgaand onderzoek van reuma en verpleging van reumapatiënten waren groot. Deze werden niet alleen in het buitenland erkend door o.a. een eredoctoraat aan de Karels-Universiteit te Praag, ter gelegenheid van het 600-jarig bestaan van deze universiteit in 1947, maar ook in Nederland, waar in 1980 het door hem gestichte Instituut voor Physische Therapie de naam kreeg: Jan van Breemen Instituut. Centrum voor Reumatologie en Revalidatie. De door Van Breemen gecreëerde en geschraagde internationale en nationale organisaties voor reumatologie en reumatiekbestrijding bleken van groot praktisch nut toen kort voor, maar vooral ook na de Tweede Wereldoorlog een sterk groeiende belangstelling in deze richting ontstond bij de wetenschappelijke en klinische geneeskunde, vooral in Amerika en Groot-Brittanië. Anders dan daar echter het geval was stond Van Breemen min of meer in de continentaal-Europese traditie van een aanpak door het 'Kurort', waarbij rust, ontspanning en vormen van fysische geneeswijzen op de voorgrond stonden.

A: Collectie-J.F.L. van Breemen in Jan van Breemen Instituut te Amsterdam.

P: Overzicht van de werken van dr. J. van Breemen, 1903-1925 (Amsterdam, [ca. 1926]). Voorts o.a.: Over aetiologie, diagnostiek en therapie van chronische rheumatische aandoeningen (Rotterdam, 1926); Leerboek der physische therapie. Voordrachten voor artsen. (Utrecht, 1929); Hoe moet de lijder aan rheumatiek leven? (Amsterdam, 1938); Differentiële diagnostiek en behandeling van chronisch rheumatische ziekten voor den praktizeerenden arts (Amsterdam, 1942).

L: G. van Dam, in Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 105 (1961) 342-344; J. Forestier, S. de Sèze, in Revue du rhumatisme et des maladies osteo-articulaires 28 (1961) 347-349; W.H.D. de Haas, W.S.C. C[opeman], in Annals of the rheumatic diseases 20 (1961) 115-116; E.L. Westerneng-van der Plank, 'Het leven van de reumapionier dr. Jan van Breemen', in Reuma wereldwijd 2 (1978) 2 (april) 14-16 en 3 (augustus) 14-16.

I: Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Onder hoofdred. van H.P. van den Aardweg (Amsterdam 1938) 233.

J.K. van der Korst


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Den Haag 1985)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013