Buskes, Johannes Jacobus (1899-1980)

 
English | Nederlands

BUSKES, Johannes Jacobus (1899-1980)

Buskes, Johannes Jacobus, predikant (Utrecht 16-9-1899 - Amsterdam 9-3-1980). Zoon van Johannes Jacobus Buskes, meubelmaker, en Jacoba Wesselo. Gehuwd op 28-2-1924 met Egberta Hendrika Dirkje Grondijs. Uit dit huwelijk werd 1 zoon geboren. Na haar overlijden (21-10-1973) gehuwd op 24-1-1975 met Sytske Scheltema. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren. afbeelding van Buskes, Johannes Jacobus

Opgegroeid in een sober gereformeerd gezin gaat Buskes na het gymnasium in 1917 onder invloed van ds. M.J.A. de Vrijer theologie studeren aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Zijn leermeester prof. H. Bavinck werkt stimulerend op hem door zijn openheid ten aanzien van moderne ontwikkelingen. Hij meldt zich aan als lid van de in zijn milieu omstreden Nederlandsche Christen-Studenten Vereeniging. In 1922 komt Buskes in aanraking met het denken van Karl Barth. De dialectische theologie van deze Zwitser maakt voor hem de ontmoeting tussen christendom en socialisme mogelijk. Ook Buskes zal geïnspireerd worden door Rechtfertigung und Recht (Zürich, 1938) en Christengemeinde und Bürgergemeinde (Zürich, 1946). Reeds vanaf Barths eerste publikatie in Nederland - Der Römerbrief (Bern, 1919. 2e dr. 1922) - behoort hij tot de kring van vroeg-Barthianen. Buskes' theologische inzichten zijn sterk christocentrisch en eschatologisch; hij leeft in de verwachting van het Koninkrijk Gods, waarvan hij een getuige wil zijn. Deze houding brengt met zich dat Buskes zowel kerkelijk als politiek vaak een kritisch en vernieuwingsgezind standpunt inneemt.

Vanaf 1924 is Buskes predikant van de Gereformeerde Kerk van Oosterend op Texel, maar de in zijn overtuiging te starre orthodoxie binnen de Gereformeerde Kerken stoort hem. Wanneer in 1926 door de kwestie-Geelkerken (een dogmatische twist over de interpretatie van het scheppingsverhaal) de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband ontstaan, kiest Buskes voor Hersteld Verband. Binnen dit kleine genootschap, dat streeft naar een vernieuwing van het gereformeerde geloof in openheid voor moderne calvinistisch-getinte theologie, zal Buskes als dominee werkzaam zijn in Amsterdam (1926-1929), opnieuw op Texel (1929-1932), weer in Amsterdam (1932-1938) en ten slotte in Rotterdam (1938-1943). Wanneer de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK) in 1943 een beroep op hem doet voor een speciale evangelisatieopdracht onder arbeiders in Amsterdam, besluit Buskes de overstap van Hersteld Verband naar NHK te maken. De meer getuigende houding van de NHK tijdens de oorlogsjaren maakt deze stap voor hem mogelijk. Tot zijn emeritaat in 1961 zal hij voor deze kerk als dominee in Amsterdam werkzaam blijven, vanaf 1954 als ziekenhuispredikant.

De politieke belangstelling van Buskes gaat in de vooroorlogse jaren vooral uit naar de kleine Christelijk-Democratische Unie (CDU). Van deze partij, die zich op christelijke grondslag richt tegen kapitalisme en bewapening, blijft hij lid tot de Duitse bezetter haar in 1940 opheft. Gedreven door de overtuiging dat oorlog en evangelie onverzoenlijk zijn, treedt Buskes in 1928 ook toe tot Kerk en Vrede. Deze christen-antimilitaristische vereniging blijft hij tot aan zijn dood trouw. Jarenlang is hij als vice-voorzitter en hoofdredacteur van het verenigingstijdschrift Kerk en Vrede een van haar bepalende figuren.

Verzet Buskes zich aanvankelijk tegen elke ideologie achter het militarisme, in de jaren dertig richt hij zich vooral tegen het nationaal-socialisme. Het betekent voor hem een pervertering van alle christelijke waarden, een barbaars heidendom. In woord en geschrift (o.a. voor het Comité van Waakzaamheid) blijft hij deze ideologie bestrijden. Hij pleit voor een principieel geweldloos verzet en onderscheidt zich in dit opzicht van Barth. Deze lijn trekt hij ook na de Duitse inval door in zijn activiteiten voor het Interkerkelijk Overleg (het kerkelijk samenwerkingsverband ter bepaling van een gemeenschappelijke houding tegenover de bezetter) en de Lunterse Kring (een groep van vroeg-Barthianen die zich illegaal tegen de nazi-ideologie verzet). Verder is Buskes betrokken bij hulp aan joodse onderduikers en verzorgt hij antinazistische publikaties in o.a. Woord en Geest, Kerk en Vrede en Vrij Nederland. Driemaal is hij gearresteerd, de laatste keer gevolgd door een drie maanden durend gijzelaarschap in Gestel (1944).

Voor vertegenwoordigers van het verzet houdt Buskes op 5 mei 1945 een toespraak, die hij als volgt besluit: 'Het Parool blijve: Trouw aan De Waarheid in Vrij Nederland.' Deze woorden symboliseren zijn betrokkenheid bij het (in het verzet gegroeide) eenheids- en vernieuwingsstreven, dat gestalte kreeg in de Nederlandse Volks Beweging. Deze richt zich op de doorbraak van de vooroorlogse verzuilde verhoudingen. Voor Buskes betekent het dat hij in de zomer van 1945 overstapt van CDU naar Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Deze socialistische partij waarborgt volgens hem, in haar streven naar een andere sociaal-economische ordening, het meest een maatschappelijke rechtvaardigheid. Bovendien had de SDAP haar marxistische wereldbeschouwing losgelaten. Dit sluit naar zijn overtuiging aan bij Barths theologie, die de formatie van een politieke partij op grond van wereld- of levensbeschouwelijke beginselen (zoals de CDU) verwerpt. Vanuit deze gedachtengang betreurt Buskes het dat bij de oprichting in 1946 van de Partij van de Arbeid (PVDA) door Bannings personalisme toch iets van een wereldbeschouwing een rol gaat spelen.

Voor Buskes vormt dit geen reden de zojuist verworven eenheid op te geven. Hij is en blijft lid van de PVDA, ook al zijn er meer geschilpunten. Als antimilitarist kan hij niet verteren dat zijn partij medeverantwoordelijk is voor de 'politiële' acties in Indonesië. Ook het PVDA-veiligheidsbeleid, gebaseerd op het lidmaatschap van de Noordatlantische Verdragsorganisatie, kan in zijn ogen niet door de beugel; in 1951 ondertekent hij dan ook het manifest van de Derde Weg, een beweging die zich tegen de polarisatie in de internationale verhoudingen keert. Verder steekt hem het weinig socialistische karakter van de in de rooms-rode coalitie gevoerde politiek. Zijn oppositie hiertegen drijft hem in de richting van het sinds februari 1955 opgerichte links-radicale Sociaal-Democratisch Centrum binnen de PVDA.

Beroepsmatig is Buskes nooit als theoloog actief geweest, hij heeft ook geen proefschrift geschreven. Zijn doctorstitel ontleent hij aan een eredoctoraat in de godgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam (1957) als 'voorstrijder van een vernieuwde theologie'. Elementen hiervan zijn het integreren van theologie en zielzorg - door hemzelf omschreven als het vermogen 'grote theologische bankbiljetten in klein geld te wisselen voor de mensen', ten onrechte aangezien voor grove popularisering -, een eigentijds en maatschappijbetrokken theologiseren en een kritische verwerking van Barth.

Naast zijn theologische geschriften publiceert Buskes over verschillende onderwerpen op kerkelijk en politiek terrein, waarbij hij grote betekenis hecht aan de geweldloosheid. Opmerkelijk zijn zijn vroege aanvallen op de Zuidafrikaanse apartheid en de Amerikaanse rassensegregatie. Hij sympathiseert met de geweldloze strijd daartegen van respectievelijk Luthuli en Martin Luther King. Ook al schrijft Buskes veel, hij vervalt niet in oppervlakkigheid, soms wel in herhalingen. Tot aan zijn dood heeft hij geschreven voor verschillende tijdschriften: Woord en Geest, Kerk en Vrede, Militia Christi, Tijd en Taak, In den Waagschaal, De Vlam, Wending en Socialisme en Democratie. Op gevorderde leeftijd vroeg men hem nog steeds voor radio- en televisieprogramma's. Zo bleef hij getuigen als een 'modern profeet'; daar lag zijn kracht en betekenis, niet op bestuurlijk of organisatorisch vlak.

Maar hoe dan ook: Buskes was in de eerste plaats dominee, een 'rooie' nog wel, die door zijn optreden grenzen overschreed en weerstanden opriep. In de discussies die dat opleverde was hij gedreven en scherpzinnig, soms ijdel, maar altijd open en oprecht.

A: Collectie-Buskes: Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden). VU te Amsterdam. Preken en brochures in eigendom van ds. G.H. Lensink te Amsterdam.

P: Behalve bibliografie in Recht en slecht. Een levensbeeld van dominee Buskes (Apeldoorn, [1972]); Is God dood of zijn wij dood? (Apeldoorn, 1971); Het humanisme van God. God en mens als bondgenoten [Baarn, 1972]; Droom en protest. Getuigenissen uit een halve eeuw van strijd [Baarn, 1973]; Kort & Goed. 75 vijf-minuten-toespraken. Een keuze uit radiotoespraken van 1965 tot 1973 uit het programma 'Onderweg' van het IKOR (Wageningen, [1973]); 'Afscheid'. Bijdrage van J.J. Buskes voor IKON-radio op 18-11-1979, in Wending 35 (1980) 263-266.

L: Herdenkingsartikelen onder meer t.z.v. zijn eredoctoraat, tachtigste verjaardag en overlijden o.a. In de Waagschaal. 1-6-1957 en 5-7-1958; Vrij Nederland, 23-9-1961; De Gids 125 (1962) II, 239-243; NRC Handelsblad, 15-9-1979; de Volkskrant, 10-3-1980; Trouw, 10-3-1980 en Voorlopig 12 (1980) 197-199. Verder: Dwarsliggers. Nonconformisten op de levensweg van Ds. J.J. Buskes. Met een inleidend woord door H. Berkhof (Wageningen, [1974]); L.H. Ruitenberg, Kanttekeningen (Kampen, 1980). Bijeengebr. en van een inl. voorz. door D. Houwaart; H. van den Berg en T. Coppes, Dominees in het geweer. Het christen-antimilitarisme van Kerk en Vrede 1924-1950 2e gew. dr. (Nijmegen, 1982). Cahier Studiecentrum voor vredesvraagstukken 7 (1982) 1-2 (maart).

I: Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Onder hoofdred. van H.P. van den Aardweg (Amsterdam 1938) 279.

H.A.M. van den Berg & A.P. Coppes


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Den Haag 1985)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013