Hoek, Gerard Hendrik (1904-1986)

 
English | Nederlands

HOEK, Gerard Hendrik (1904-1986)

Hoek, Gerard Hendrik, journalist en radioprogrammaleider (Beverwijk 7-4-1904 - Laren (Nh) 6-2-1986). Zoon van Jacobus Sadrach Hoek, uitgever en journalist, en Sara Elisabeth Lens. Gehuwd op 12-6-1929 met Maike van Zuilen. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 3 dochters geboren. afbeelding van Hoek, Gerard Hendrik

Hoeks loopbaan als journalist bij de protestants-christelijke Nieuwe Leidsche Courant begon in 1921, na zijn opleiding aan de christelijke HBS te Leiden. Enige jaren later trad hij toe tot de redactie van het antirevolutionaire dagblad De Rotterdammer. Hij werd ook secretaris van de Rotterdamsche Journalisten Vereeniging, een afdeling van de Nederlandsche Journalisten Kring. Naast de dagbladjournalistiek kreeg ook het medium radio zijn vakmatige belangstelling. In 1936 maakte hij als free-lancer zijn eerste reportages voor de Nederlandsche Christelijke Radio Vereeniging (NCRV). De kwaliteit en de kwantiteit van zijn radioverslaggeving bij de geboorte van prinses Beatrix in 1938 - hij maakte twaalf reportages in twee dagen - waren voor de leiding van de NCRV reden om hem te benoemen tot chef van de reportageafdeling. In augustus 1940 nam hij echter ontslag, omdat hij zich als journalist niet wilde voegen naar de regels van de Duitse bezetter. Hij werd chef van de exploitatie bij de uitgeverij Zomer & Keuning in Wageningen. Op instigatie van Jan Schouten, lid van het Politiek Convent, maakte hij deel uit van een contactgroep die maatregelen diende voor te bereiden om bij de bevrijding de radiouitzendingen onmiddellijk te kunnen overnemen (H. van den Heuvel, Nationaal of verzuild (Baarn, [1976]) 193). Na de bevrijding, in 1945, keerde hij terug in de journalistiek als chef-redacteur van het uit de illegaliteit voortgekomen dagblad Trouw.

Toen echter in 1946 de NCRV als omroep weer in de lucht kwam, keerde Hoek terug naar Hilversum. In 1947 werd hij benoemd tot programmaleider. Zijn komst in deze functie betekende mede een verruiming van het programmabeleid zoals dat in de jaren voor de oorlog gevoerd was. Stond destijds het stichtelijke element centraal, nu werd 'de stap van binnenkamer en kerk naar de wereld' genomen (Vrij en gebonden. 50 jaar NCRV, 73). De culturele horizon werd verbreed: hoorspelen, ook die van algemeen nationaal karakter, kregen een vaste plaats. Naast gewijde en klassieke muziek klonk ook ontspanningsmuziek en kwamen amusementsspelprogramma's, zoals de befaamde 'Steravonden' en de door Hoek zelf geleide 'Familiecompetitie', de luisteraars opvrolijken. Hij was niet alleen programmaleider, maar ook programmamaker. Zijn voornaamste activiteiten lagen op het terrein van de informatie. Als journalist lag de actuele berichtgeving hem na aan het hart. Op 3 oktober 1949 begon hij met zijn rubriek 'Vandaag. Radiokrant voor Nederland', later voortgezet als 'Hier en Nu'. Aanvankelijk was het een avonduit-zending; later kwam er een 'ochtendeditie' bij. Hoek zette een uitgebreid net op van correspondenten in binnen- en buitenland. Voor hem was de radio het middel bij uitstek om de luisteraars op de hoogte te houden van actuele gebeurtenissen. Dit bracht hem ertoe om bij belangrijk nieuws het lopende programma (met uitzondering voor religieuze uitzendingen) te onderbreken. Hij heeft menige journalistieke primeur de ether ingezonden voordat het bericht in de dagbladen (en later op het tv-scherm) verscheen. Hoek verzorgde zelf de parlementaire verslaggeving en vergezelde als chef d'équipe en reporter de leden van de koninklijke familie op hun buitenlandse reizen.

Hoeks naam is ook verbonden aan programma's als 'Vragen aan voorbijgangers' over actuele omstreden onderwerpen. Uit de antwoorden en de discussies vloeide dan weer een reeks verdiepende uitzendingen over de aangesneden problemen voort. Hetzelfde gebeurde met zijn rubriek 'Ik denk er zo over'.

In 1953 begon hij met de wekelijkse 'Periodiekenparade'. In een uitzending van tien minuten gaf hij een overzicht van het artikelenaanbod uit binnen- en buitenlandse week- en maandbladen. Hoek is ook de organisator geweest van grootscheepse financiële acties voor charitatieve doelen, zoals de'Haak-In'-actie in 1950/1951 ten bate van het Koningin Wilhelmina-fonds, de 'Goed-zo'-actie in 1957 voor o.m. de Hongaarse vluchtelingen, en '4 x Z...N' voor het werk der diaconessen in Suriname, acties die, geleid door Johan Bodegraven, miljoenen opbrachten.

Het oprukken van het medium televisie in 1951 bracht voor Hoek zelf geen ingrijpende veranderingen in zijn NCRV-werk, al had hij in de zomer van 1950 reeds van het bestuur de opdracht gekregen om in de Verenigde Staten de ontwikkeling van de televisie te bestuderen en daarover rapport uit te brengen. Hoek bleef echter werken bij de radio, want als journalist meende hij nog altijd later: 'Natuurlijk de televisie is er en blijft er; is belangrijk maar zal nooit de radio kunnen verdringen. In snelheid van berichtgeving zal de radio de tv voorblijven' (De Gooi- en Eemlander, 26-9-1963). Maar zijn voortgezette inspanningen voor de radio weerhielden hem er niet van voor zijn radiovereniging naar buiten toe belangrijke functies te vervullen: hij vertegenwoordigde de NCRV in de programmaraad van de Nederlandse Radio Unie; was voorzitter van het college van programmadirecteuren, lid van de beleidscommissie voor het kijk- en luisteronderzoek en lid van de contact-commissie Nederlandse Televisie Stichting - Stichting Nederlandse Onderwijs Televisie. Het was geen wonder dat hij in 1963 dank zij zulk organisatorisch werk benoemd werd tot adjunct-directeur van de NCRV.

Op terreinen buiten de omroep zelf ontplooide Hoek trouwens ook activiteiten. Het medium film had zijn belangstelling. Reeds van 1947 af was hij een van de stuwende krachten geweest van de Christelijke Film Actie (CFA) om het vertonen van goede films in eigen kring te stimuleren en zijn medechristenen te behoeden voor films die hij zag als oppervlakkige en slechte Produkten. Ook had hij zich sedert de bevrijding reeds ingespannen voor de verspreiding van goede lectuur. Zelf werkte hij mee aan diverse periodieken, zoals het christelijk geïllustreerde tijdschrift: De Spiegel, waarin hij o.m. in 1946 de feuilleton 'Burgers in de Frontlinie' schreef. Uit publicistisch werk bleek eveneens Hoeks actuele belangstelling: er verschenen enkele boeken van zijn hand over radiowerk in het algemeen en bepaalde maatschappelijke gebeurtenissen en problemen.

In de praktische politiek werd Hoek in 1962 in Hilversum gemeenteraadslid voor de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). Op 6 september 1966 werd hij tot wethouder gekozen met de portefeuille van bedrijven, gezondheidszorg, huisvesting en winkelsluiting. Op 1 oktober 1966 nam hij ontslag bij de NCRV, omdat hij meende dat deze taak niet te verenigingen was met zijn nieuwe functie. Hij had het een zware keuze gevonden, maar hij hoopte in het wethoudersambt nog een taak te hebben die hem in staat zou stellen ook na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd nog dienstbaar te zijn aan de gemeenschap. De bestuurstaak viel hem echter zwaar, te meer omdat hij ging sukkelen met zijn gezondheid. In 1969 trad hij af. Hiermede was een eind gekomen aan een lange periode van een intensief arbeidzaam leven.

Gerard Hoek was voor zijn omroepcollega's een radioman met pioniersgeest, die met grote toewijding en met respect voor andersdenkenden zijn taak, die hij zag als een evangelische opdracht, vervulde, een principieel mens zonder een spoor van fanatisme. Zijn medewerkers kenden hem als een beminnelijk man, die soms verstrooid kon zijn, humor waardeerde, die succes stimuleerde, maar ook mild was in de beoordeling van gemaakte fouten. Hij heeft in de periode 1947-1966 heel sterk het profiel van de NCRV mede bepaald.

A: Kranteknipsels en stencils bij Documentatiedienst NCRV.

P: De Oranje-prinsesjes thuis [Wageningen, 1946]; Doodenwacht bij onze gevallenen (Wageningen, [1946]); artikelen in het programmablad De Omroepgids 1947-1963; Zuid-Afrika, land van mogelijkheden en contrasten (Wageningen, [1948]); "Hier Hilversum, de NCRV" [Hilversum, 1963].

L: Behalve interviews en herdenkingsartikelen in Goede Ontvangst, oktobernr. 1959; De Nieuwe Limburger, 17-1-1962; 23e Gooi- en Eemlander, 26-9-1963; De NCRV-gids, 1-10-1966 en 22-2-1986: Vrij en gebonden. 50 jaar NCRV. Met bijdragen van H. Algra, C. Rijnsdorp en B. van Kaam (Baarn, [1974]) 72-100.

I: Hans de la Rive Box, Bonte Parade. Een revue van bekende Nederlandse radiosprekers en artisten (Amsterdam [1948]) 120.

H.W.A. Joosten


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 3 (Den Haag 1989)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013