Bok, Eduard Willem Gerard Cesar Hidde (1863-1930)

 
English | Nederlands

BOK, Eduard Willem Gerard Cesar Hidde (1863-1930)

Bok, Eduard Willem Gerard Cesar Hidde, (bekend onder de naam Edward William Bok), journalist en hoofdredacteur in de Verenigde Staten (Den Helder 9-10- 1863 - Lake Wales (Florida, Verenigde Staten) 9-1- 1930 . Zoon van Willem Jan Hidde Bok, notaris, en Sieke Geertruida van Herwerden. Gehuwd op 22-10-1896 met Mary Louise Curtis. Uit dit huwelijk werden 2 zoons geboren. Op 4-10-1876 verkreeg hij het Amerikaanse staatsburgerschap. afbeelding van Bok, Eduard Willem Gerard Cesar Hidde

Van de verhalen die Edward Bok aan zijn kinderen over zijn Nederlandse afkomst vertelde, bleef alleen bewaard dat hij 'hooggeboren' was. Sedert 1805 woonden drie generaties Bok op Texel en in Den Helder. Edwards vader, een Helderse notaris, 'leende' aanzienlijke sommen geld van zijn cliënten, en in 1870 kwam aan het licht dat hij daarmee op de beurs te veel risico's had genomen. De familie paste het verlies bij, maar Bok senior had het vertrouwen in zijn ambt zodanig geschaad dat hij, om aan rechtsvervolging te ontkomen, de wijk moest nemen naar Groot-Brittannië. Nadat zijn vrouw en kinderen zich hier bij hem hadden gevoegd, vertrok hij naar Brooklyn in de Verenigde Staten, waar familie woonde. Hij vond er werk als vertaler op het hoofdkantoor van een telegraafmaatschappij op Manhattan.

Op dit zelfde kantoor ging Edward op dertienjarige leeftijd werken als jongste bediende, omdat het hem op school niet erg beviel. Na de dood van zijn vader, begin 1881, kwamen Edwards gaven tot ontplooiing. Sinds 1882 was hij werkzaam als stenograaf, eerst bij uitgeverij Henry Holt & Company, vanaf 1884 bij uitgeverij Charles Scribner's Sons, beide in New York. Hij hield zich hier vooral bezig met het werven van advertenties en het schrijven van promotieteksten. Eveneens in 1884 begon Bok, naast zijn werk bij de uitgeverij, samen met een partner het maandblad The Brooklyn Magazine . Na drie jaar verkocht Bok zijn tijdschrift en hij stak vervolgens al zijn vrije tijd en energie in het vergaren van literaire nieuwtjes en bijdragen van schrijvers voor zijn perssyndicaat.

De ervaring, connecties en naamsbekendheid die Bok zich aldus verwierf, waren voor uitgever Cyrus Curtis uit Philadelphia aanleiding hem in 1889 aan te trekken als hoofdredacteur van The Ladies' Home Journal . Dit damestijdschrift had zich sinds zijn oprichting in 1883 een vaste plaats onder de Amerikaanse lezeressen verworven. Met een oplage van 440.000 exemplaren was het een gezocht publikatiemiddel voor landelijke adverteerders. Curtis stelde een groot vertrouwen in de 26-jarige vrijgezel. Hij bood hem een contract aan voor vijf jaar met een royaal salaris en maakte hem in 1891 adjunct-directeur van de Curtis Publishing Company. In 1896 trouwde Edward met de dertien jaar jongere Mary Louise Curtis, enig kind van zijn werkgever: charmant, muzikaal begaafd en enigszins verwend. De eerste jaren van het huwelijk waren gelukkig, maar na ongeveer vijftien jaar vervreemdden de echtelieden van elkaar. Zoals gebruikelijk in de Victoriaanse traditie drong dat nauwelijks naar buiten door.

Dertig jaar lang zou Bok het gezicht van The Ladies' Home Journal bepalen en met zijn bijdragen bekendheid verwerven als raadgever van huis en haard. Daarbij nam hij een weinig progressief standpunt in. Bok bleef overtuigd van de centrale plaats van het gezin in een roerige wereld. Toch sneuvelde er dank zij zijn 'common sense' een aantal vanzelfsprekendheden in burgerlijk Amerika. Bok voerde in zijn kolommen actie tegen wondermiddelen met hoog alcoholgehalte, tegen opzichtige reclameborden en voor seksuele voorlichting. Aan zijn tijdschrift verbond hij een omvangrijke adviesdienst voor zijn lezeressen, zodat hij op de hoogte kon blijven van wat de gemiddelde vrouw belangrijk vond.

De Curtis Publishing Company voerde een moderne bedrijfsvoering, die het bedrijf uiterst winstgevend maakte. Al in 1911 deed het concern aan marktonderzoek, kocht het toevoerbedrijven op en plukte het de vruchten van de opkomende consumptiemaatschappij. Door Boks gave om zowel zijn lezeressen als adverteerders vertrouwen in te boezemen, werd The Ladies' Home Journal een modeltijdschrift in zijn soort.

In 1919 ging Edward Bok met pensioen en wijdde zich vervolgens aan het schrijven van zijn autobiografie, die in 1920 onder de titel The americanization of Edward Bok. The autobiography of a Dutch boy fifty years after het licht zag. Dank zij een zorgvuldige promotiecampagne werd het een bestseller en een inspiratiebron voor iedereen die de oude waarden van vlijt en deugdzaamheid omhelsde en geloofde in de Verenigde Staten. In zijn boek formuleerde Bok ook zijn levensmotto, dat hij ontleende aan zijn Nederlandse grootmoeder: 'Make you the world a bit more beautiful and better because you have been in it' (p. xxiii). Gesterkt door de vele loftuitingen voor zijn boek, maakte hij in 1921 een 'grand return' naar zijn geboorteland. Er kwam een Nederlandse vertaling van zijn autobiografie, die eerst van augustus tot oktober 1921 als feuilleton in Het Vaderland verscheen en daarna, in 1923, in boekvorm werd gepubliceerd onder de titel Leven - worstelen - zegepraal. (Een autobiografie) ; het werd in Nederland evenwel geen succes. De vier boeken die Bok daarna publiceerde, waaronder A man from Maine (New York [etc.], 1923), een biografie van zijn schoonvader Cyrus Curtis, verheerlijkten de idealistische zakenman die zich in dienst stelde van de gemeenschap.

Bok was een overtuigd aanhanger van de Republikeinen, maar keerde deze partij de rug toe uit sympathie voor de Democratische president Woodrow Wilson, die er niet in slaagde de Amerikaanse Senaat te winnen voor de Volkenbond. Bok werd de drijvende kracht achter de Netherland-America-Foundation, die beide landen nader tot elkaar wilde brengen door het bevorderen van de culturele betrekkingen. Een gevolg hiervan was de publikatie en vertaling in 1924 van Erasmus door J. Huizinga, een biografie die verscheen in de door Bok geredigeerde reeks 'Great Hollanders'.

Door zijn huwelijkskapitaal en de winsten die zijn bedrijf maakte, kon Bok het nodige geld besteden aan ideële doeleinden. Zo loofde hij in 1923 een prijs van 100.000 dollar uit voor het beste voorstel om de wereldvrede naderbij te brengen. Hij verwierf hiervoor bijval in brede kring, onder meer van het echtpaar Franklin en Eleanor Roosevelt. Dank zij deze actie bleef de internationale politiek, in het bijzonder het Internationale Gerechtshof, een veelbesproken thema in de Amerikaanse pers, een tegenwicht tegen het krachtige isolationisme van deze tijd.

Een andere opvallende daad verrichtte Bok in Florida, waar hij sedert 1920 jaarlijks overwinterde. Op het hoogste punt in deze zuidelijke staat, in de buurt van het dorpje Lake Wales, liet hij aan het einde van de jaren twintig een natuurpark aanleggen met in het midden ervan een indrukwekkende carillontoren, symbool van de eenheid van natuur en cultuur, en tevens een herinnering aan zijn oude vaderland en een eerbetoon aan de nieuwe wereld die hem de kans had geboden zichzelf te ontplooien. Slechts kort heeft Bok van zijn schepping kunnen genieten. Hij stierf onverwachts, begin januari 1930, in het zicht van de toren, aan de voet waarvan hij werd begraven. De Amsterdamsche Courant (9-1-1930) roemde hem in haar in memoriam als 'een wegwijzer der menschheid.'

Tijdens zijn leven stond Edward Bok vaak bloot aan kritiek. Hij zou oppervlakkig en eigenwijs zijn en geen gevoel voor humor hebben. Inderdaad, een diepzinnig denker was hij niet. Hij was naïef en nam zijn persoonlijke idealen soms al te serieus, maar kon zichzelf ook relativeren. De positieve waardering van tijdgenoten voor zijn succes woog evenwel gemakkelijk op tegen de kritiek. Meer dan veertig jaar lang stond Bok in het centrum van de Amerikaanse samenleving, verwoordde hij de gevoelens van de nieuwe middengroepen en probeerde hij traditionele waarden in te passen in de moderne tijd. Boks verjaardag, 9 oktober, werd in Florida uitgeroepen tot dag van 'The Foreign Born Citizen', omdat hij werd beschouwd als het voorbeeld van de immigrant die zich aanpaste aan en inspande voor zijn nieuwe vaderland

A: Archivalia betreffende Bok en de Curtis Publishing Company bij de Historical Society of Pennsylvania en de Van Pelt Library van de University of Pennsylvania, beide te Philadelphia, en de Saturday Evening Post Society te Indianapolis. Manuscripten van Boks uitgaven bij de Manuscript Division van de National Archives in Washington, D.C. Boks plakboeken en ander documentatiemateriaal in de Bok Tower Gardens Library in Lake Wales, Florida. Brieven over Boks publikaties in het Scribner's Archief van de Firestone Library van Princeton University.

P: Behalve de in de tekst genoemde publikaties o.a.: Successward (New York [etc.], 1895); Explaining the editor (S.l., 1901); Twice thirty. Some short and simple annals of the road (New York [etc.], 1925); Dollars only (New York [etc.], 1926); Perhaps I am (New York [etc.], 1928).

L: Verslagen van Boks verblijf in Nederland in o.a. Algemeen Handelsblad , 19-7-1921, 29-7-1921, 12-8-1921, 17-8-1921, 22-8-1921 en 24-8-1921; Charles de Benedetti, 'The $ 100,000 American Peace Award of 1924', in The Pennsylvania Magazine of History and Biography 98 (1974) 224-249; Salme Harju Steinberg, Reformer in the marketplace. Edward W. Bok and The Ladies' Home Journal (Baton Rouge, 1979); C. Reedijk, 'Huizinga and his Erasmus: some observations in the margin', in Hellinga Festschrift/Feestbundel/Mélanges. Forty-three studies in bibiography... . Onder red. van A.R.A. Croiset van Uchelen (Amsterdam, 1980) 413-434; John Lukacs, Philadelphia. Patricians and philistines 1900-1950 (Philadelphia, 1982) 149-180; David E. Shi, The simple life. Plain living and high thinking in American culture (New York [etc.], 1985) 175-214; W.E. Krul, 'Moderne beschavingsgeschiedenis. Huizinga over Amerika', in idem, Historicus tegen de tijd. Opstellen over leven en werk van J. Huizinga (Groningen, 1990) 177-207.

I: Hans Krabbendam, The model man. A life of Edward William Bok, 1863-1930 (Amsterdam 2001) fotokatern [Bok omstreeks 1919].

J.L. Krabbendam


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 4 (Den Haag 1994)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013