Laan, Kornelis ter (1871-1963)

 
English | Nederlands

LAAN, Kornelis ter (1871-1963)

Laan, Kornelis ter, politicus en volkskundige (Slochteren (Gr.) 8-7-1871 - Utrecht 6-3-1963). Zoon van Remko ter Laan, boer, en Metje Buurman. Gehuwd op 27-4-1895 met Ida Groen. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 1 dochter geboren. afbeelding van Laan, Kornelis ter

Klaas ter Laan volgde de weg van zoveel talentvolle jongeren uit kleinere milieus naar sociale verbetering, namelijk die van het onderwijs. Na de Franse school en drie jaar rijks-HBS werd hij via de Rijksnormaallessen onderwijzer, eerst in Sappemeer. Daarna volgde - na zijn diensttijd - een rondgang langs verschillende scholen, die hem van Appingedam in 1893 naar Dordrecht bracht, een jaar later naar Arnhem, in 1895 naar Sluis en van daaruit in 1898 naar Delft, waar hij hoofd van een school werd en tevens een gemeentelijke handelscursus organiseerde.

Intussen had Ter Laans sociale belangstelling een politieke dimensie gekregen. De misstanden in zijn geboortestreek, het Groningse Oldambt, brachten hem er in 1891 toe lid te worden van de Sociaal-Democratische Bond. De anarchistische richting die deze uitging, deed hem echter vier jaar later als lid bedanken. Aanvankelijk leek een alternatief voorhanden in de Vrijlandbeweging, die de grond tot gemeenschappelijk eigendom wilde maken. Ter Laan werd redacteur van het blad van de beweging, maar moest al spoedig constateren dat er geen doorbraak te verwachten viel. Daarom werd hij in 1898, als onderwijzer te Delft, lid van de vier jaar tevoren opgerichte Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP).

Het succes kwam verrassend snel. In 1901 werd Ter Laan gekozen als afgevaardigde naar de Tweede Kamer namens het district Hoogezand. Daarbij speelde de Groninger sympathie voor een zoon van eigen bodem mede een rol, want ook vanuit het Hollandse had Ter Laan de contacten met zijn thuisbasis niet verwaarloosd. Bij zijn verkiezing had hij weliswaar nog niet de voor een kamerlid wettelijk vereiste minimumleeftijd bereikt, maar de juridische strijd hierom had geen gevolgen, aangezien hij bij zijn zittingnemen op 18 september de leeftijdsgrens van dertig jaar inmiddels was gepasseerd. Twijfel van eigen partijleden wist Ter Laan al snel te overwinnen. Hij bleek een goede volksvertegenwoordiger, die als harde werker en bekwame propagandist de SDAP bovendien veel sympathie bezorgde.

Dat deed Ter Laan ook in Den Haag, waar hij in 1905 als eerste socialist in de gemeenteraad werd gekozen. 'Den Haag-I' was tevens het district dat hem vanaf 1909 tot aan de herziening van het kiesstelsel in 1917 verder als kamerlid zou blijven afvaardigen. In het parlement wijdde Ter Laan zich vooral aan militaire zaken, waarbij hij onder andere opkwam voor de soldatenbelangen. Zijn specialisme op onderwijsgebied kwam naar voren in zijn lidmaatschap van de zogeheten Bevredigingscommissie, die van 1914 tot 1917 de gelijkstelling van het openbaar en het bijzonder onderwijs zou regelen. Naast al deze politieke activiteiten had Ter Laan in 1909 ook nog de akte MO-Nederlands behaald, een bevoegdheid waar hij overigens al sinds 1901 zelf mensen voor opleidde, onder wie de schrijver A.M. de Jong.

In 1914 verhuisde Ter Laan van Den Haag naar Zaandam. De liberale minister P.W.A. Cort van der Linden had hem daar per 1 februari benoemd tot burgemeester. Hij werd daarmee de eerste socialist in dit ambt in Nederland, en dat in een tijd dat vele burgers de SDAP nog in hoge mate wantrouwden als revolutionaire partij. Ter Laan kon zijn gaven als bestuurder aanstonds etaleren, toen er kort na zijn benoeming een grote staking uitbrak in het Zaanse houtbedrijf, waarbij werkgevers probeerden door het aantrekken van Duitse arbeiders de staking te breken. Mede door Ter Laans toedoen behaalden de patroons niet die gemakkelijke overwinning die zij hadden verwacht te forceren. Door zijn paraatheid met het woord en door zijn doorzettingsvermogen wist hij evenwel alle kritiek te overleven. Men kon ook slechts bewondering hebben voor zijn arbeidskracht, die hem het burgemeesterschap liet combineren met zijn kamerlidmaatschap. En of dit nog niet voldoende was, ontplooide Ter Laan zich tevens als een ijverig publicist. De voornaamste vrucht was zijn in 1929 verschenen Nieuw Groninger woordenboek , dat ook een veelheid van volkskundige gegevens bevatte, terwijl verder enkele verzamelingen Groningse volksverhalen het licht zagen.

In 1937 noopten de regels van zijn partij Ter Laan bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd behalve het burgemeesterschap ook zijn kamerzetel op te geven. Zijn onstuitbare energie richtte zich nu goeddeels op zijn publicistische activiteiten. Die waren vaak van compilatorische aard, zoals de woordenboeken voor de vaderlandse geschiedenis (1939), de letterkunde (1941), de aardrijkskunde (1943) en de folklore (1949). Over Groninger dialect en volkskunde verschenen tal van publikaties, die echter de groeiende kloof tussen liefhebberij en academische wetenschap openbaarden. Vooral de tweede druk van zijn Nieuw Groninger woordenboek uit 1952 ontmoette nogal wat kritiek. Een zekere eigengereidheid stond daarbij een betere kwaliteit van zijn werk nog wel eens in de weg, zoals onder meer ook bleek bij de door hem geredigeerde Groninger encyclopedie , die in 1954/1955 in twee delen verscheen.

De eigenlijke betekenis van Ter Laan lag in deze jaren vooral in zijn optreden als stimulator en organisator. In 1930 werd hij voorzitter van de Algemeene Groninger Vereeniging, die dank zij zijn enthousiasme opbloeide, en zo waren er tal van andere regionale activiteiten die door zijn inspanning en overredingskracht van de grond kwamen. 'Hai huil kop d'rveur', zoals men in Groningen zegt (Meertens, Jaarboek , 92). In 1951 werd hem de Zilveren Anjer van het Prins Bernhard Fonds uitgereikt voor zijn dialect- en volkskundestudies, vooral van Groningen. Op het eind van een lang en werkzaam leven was Ter Laan een algemeen gerespecteerde figuur, die op bestuurlijk en volkskundig terrein zijn sporen ruimschoots had verdiend.

A: Collectie-K. ter Laan in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te 's-Gravenhage.

P: Tj.W.R. de Haan, 'Lijst van geschriften van K. ter Laan', in Driemaandelijkse Bladen Nieuwe Serie 3 (1951) 80-82. 'Lijst van geschriften' in het onder L genoemde levensbericht door P.J. Meertens, Jaarboek , 93-95.

L: Tj.W.R. de Haan, in Volkskunde 52 (1951) 178; P.J. Meertens, 'Ter Laan en ''Ter Laan'' ', in Driemaandelijkse Bladen Nieuwe Serie 3 (1951) 76-79; K. Heeroma, ibidem Nieuwe Serie 13 (1961) 33-35; P.J. Meertens, in Neerlands Volksleven 11 (1961) 3-5; J.S. van Weerden [e.a.], 'Ter Laan nummer', Groningen. Cultureel maandblad 5 (1963) 97-132; W. Drees, 'K. ter Laan als politicus', ibidem , 104-108; J.S. van Weerden, in Groningse Volksalmanak 1964 (Groningen [1965]) 3-12; P.J. Meertens, in Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1964-1965 (Leiden, 1965) 85-95; idem, in Fabula 7 (1964-1965) 233-235; J.J. 't Hoen, 'Klaas ter Laan. De eerste socialistische burgemeester in Nederland', in Spiegel Historiael 8 (1973) 295-302; Otto S. Knottnerus, 'Klaas ter Laan (1871-1963)', in Een eeuw socialisme en arbeidersbeweging in Groningen . Onder red. van Piet Hoekman [e.a.] (Groningen, 1986) 131-134; lemma door idem, in Biografisch woordenboek van het socialisme en de arbeidersbeweging in Nederland I (Amsterdam, 1986) 65-67; Een mens komt dagen te kort. Over Kornelis ter Laan (1871-1963) . Onder red. van Eddy de Jonge [e.a.] (Groningen, 1990).

I: Een mens komt dagen te kort. Over Kornelis ter Laan (1871-1963) . Onder red. van Eddy de Jonge [e.a.] (Groningen, 1990) omslagfoto.

H. van der Hoeven


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 4 (Den Haag 1994)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013