Zandvoort, Reinard Willem (1894-1990)

 
English | Nederlands

ZANDVOORT, Reinard Willem (1894-1990)

Zandvoort, Reinard Willem, anglist (Avenhorn (N.H.) 2-7-1894 - Amersfoort 7-8-1990). Zoon van Geert Zandvoort, makelaar en assuradeur, later belastingambtenaar, en IJttje Tjerkstra. Gehuwd op 6-5-1921 met Anna Elisabeth Ritman (1892-1981). Uit dit huwelijk werd, behalve 1 zoon en 1 dochter die jong overleden, 1 dochter geboren.

afbeelding van Zandvoort, Reinard WillemReinard Zandvoort bezocht eerst in 1907/1908 de gemeentelijke HBS in Zutphen en daarna het gymnasium in deze plaats. Vervolgens studeerde hij vanaf 1913 Engels aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Zoals indertijd gebruikelijk deed hij praktische taalervaring op in het buitenland: van eind 1914 tot medio 1916 was hij als assistent-leraar Frans en Duits verbonden aan het Maidenhead College for Boys. Daarnaast behaalde Zandvoort in 1915 aan de Universiteit van Amsterdam de akte Engels MO-A. Om studenten Engels een forum te verschaffen begonnen enkelen van hen, onder wie Zandvoort, het daaropvolgende jaar een tijdschrift, The Student's Monthly, waarvan het eerste nummer in januari 1917 verscheen.

1919 was voor de toen 25-jarige Zandvoort in verschillende opzichten een belangrijk jaar. Het succes van The Student's Monthly stelde hem in staat medewerking van de uitgeefster, Swets & Zeitlinger, te krijgen bij zijn plan dit studentenblad om te zetten in een breder georiënteerd, tweemaandelijks wetenschappelijk tijdschrift, dat English Studies zou gaan heten. In hetzelfde jaar behoorde hij tot de oprichters van de English Association in Holland, die na de Tweede Wereldoorlog zou fuseren met het Genootschap Nederland-Engeland. In beide zou hij verscheidene bestuursfuncties bekleden. Dat Zandvoort erin slaagde deze en andere zaken te verwezenlijken, kwam niet alleen door zijn energie en organisatietalent, maar zeker ook door zijn grote vasthoudendheid.

In 1919 begon Zandvoort tevens zijn onderwijscarrière als leraar Engels, en wel aan de gemeentelijke vijfjarige HBS te Nijmegen. Een jaar later behaalde hij de akte MO-B. Tot 1923 gaf hij Engels en handelscorrespondentie aan de Handelsdagschool in deze stad. Daarna keerde hij terug naar de gemeentelijke HBS. Van 1926 tot 1930 gaf hij vervolgens les aan beide scholen. Toen het in 1921 eindelijk mogelijk werd een studie in de moderne talen af te ronden met een academisch examen, maakte Zandvoort van de overgangsregeling gebruik om op 3 mei 1922 in Groningen het doctoraalexamen af te leggen. Zeven jaar later, op 24 mei 1929, promoveerde hij cum laude aan de Leidse universiteit bij J.H. Kern op het proefschrift Sidney's Arcadia. A comparison between the two versions, een baanbrekend werk. De voldoening over dit succes werd echter spoedig overschaduwd. In 1930 leden Zandvoort en zijn vrouw een zwaar verlies, toen binnen één maand hun twee jonge kinderen door ziekte overleden. Het was een slag die hij nooit geheel te boven kwam. Nog datzelfde jaar aanvaardde hij een betrekking aan het 1ste Gymnasium in Den Haag.

In 1925 werd de redactie van English Studies gewijzigd; vanaf dat jaar bestond ze alleen uit Zandvoort en de twintig jaar oudere E. Kruisinga, een grammaticus van naam die in 1920 tot de redactie was toegetreden. Dat hun samenwerking nog zeven jaargangen zou duren, mag - gezien Zandvoorts stroefheid en Kruisinga's scherpte - een wonder heten. In het respect van Zandvoort voor Kruisinga als taalkundige bracht de breuk overigens geen verandering. Sinds 1932 voerde Zandvoort als enige de redactie van English Studies. Hij deed dat met strakke hand, in hoofdzaak vanuit zijn studeerkamer en zonder administratieve ondersteuning.

In 1936 onderging de opzet van English Studies een wijziging. Aangezien de onafhankelijkheid van de Duitse wetenschappelijke tijdschriften onder het nazi-regime steeds verder in het gedrang kwam, verzochten anglisten uit Zwitserland in 1935 een bijdrage aan de redactie van English Studies te mogen leveren. In 1936 werden zo een Zwitserse en, op Zandvoorts uitnodiging, een Zweedse 'associate editor' aangetrokken. In 1948 kwam daar een Deen bij, en in 1949 een Noor en een Belg, zodat het uiteindelijk een internationaal tijdschrift werd van 'de kleine zes'. Het eigenlijke werk kwam echter - tot zijn aftreden, na vijftig jaargangen, in 1969 - voor rekening van Zandvoort. Het zorgvuldig door hem bewaakte wetenschappelijke niveau zorgde voor een groeiend aantal abonnees, waardoor English Studies steeds zonder rijkssteun kon verschijnen.

In 1936 werd Zandvoort privaatdocent in de Engelse filologie aan de Leidse universiteit, maar reeds het jaar daarop werd hij in Groningen tot hoogleraar in de Engelse taal- en letterkunde benoemd, als opvolger van de naar Amsterdam vertrokken P.N.U. Harting. Op 20 november 1937, drie weken na zijn aanvaarding, hield hij zijn inaugurele rede. Zandvoort had eveneens de Amsterdamse leerstoel geambieerd, zoals ook Harting zich een andere opvolger had gewenst, maar het was, achteraf bezien, de Groningse universiteit die in alle opzichten aan het langste eind trok. Zandvoort speelde hier na de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol: zo trad hij in 1951/1952 op als rector magnificus, was hij van 1952 tot 1956 faculteitsvoorzitter en pro-rector en vertegenwoordigde hij de universiteit bij vele officiële gelegenheden, vooral in het buitenland. In 1964 ging hij met emeritaat met het uitspreken van de afscheidsrede Eindrapport, waarin hij terugblikte op zijn carrière en bijdragen aan de wetenschap.

Zandvoort - altijd onberispelijk gekleed, lang en mager, 'like a guardsman on parade' (Birrell) - leek in de omgang terughoudend en afstandelijk, totdat men hem beter leerde kennen en begrijpen. In zijn onderwijs stelde hij aan de studenten dezelfde strenge eisen die hij ook aan zichzelf stelde, wat hem begrijpelijkerwijs niet steeds in dank werd afgenomen. Wie hem teleurstelde, kon daarna in zijn ogen weinig goeds meer doen, maar wie zich wilde inspannen, kon op hem rekenen. Bij examens was Zandvoort welwillend en had hij een gave om met een paar simpele vragen tot de kern van een onderwerp door te dringen. In een slotvraag gaf hij de kandidaat steeds de kans te laten zien wat hij waard was.

Tegen de instelling van de MO-opleidingen aan de Groningse universiteit, waarin hij geen goede oplossing zag voor de toen bestaande problemen, heeft Zandvoort zich met hand en tand verzet. Maar toen deze in 1958 eenmaal een feit werden, heeft hij er loyaal aan meegewerkt. Aan de docenten bleef hij de eisen stellen die hij ook voor de academische opleiding stelde. Zo zijn hem problemen bespaard gebleven die in sommige andere studierichtingen later maar al te zichtbaar werden.

Meer nog dan door het tijdschrift English Studies werd Zandvoorts naam in de anglistische wereld bekend - om niet te zeggen: gemeengoed - door A handbook of English grammar, dat hij in 1945 publiceerde. Dit is des te opmerkelijker, omdat het primair bedoeld was als de eerste pedagogische grammatica voor het Nederlandse hoger onderwijs en daarom ook een vergelijking tussen het Engels en het Nederlands omvatte. Het boek was traditioneel ingericht en bedoelde zeker niet in de wetenschappelijke frontlinie te staan. Het gaf degenen voor wie het geschreven was precies wat zij nodig hadden en had juist daardoor een enorme invloed. Dat het in een behoefte voorzag, blijkt uit het feit dat er in 36 jaar vijftien drukken van verschenen. Al in 1949 kwam er een Franse versie van, gevolgd door een eentalige Engelse met in Groot-Brittannië tien drukken, één in de Verenigde Staten en zeker zes in Japan. Van Zandvoorts overige publicaties dienen vooral Wartime English. Materials for a linguistic history of World War II uit 1957 en English in the Netherlands. A study in linguistic infiltration uit 1964 te worden genoemd.

Ook op organisatorisch terrein bleef Zandvoort tijdens zijn hoogleraarschap initiatieven ontplooien. In 1948 nam hij het initiatief tot de oprichting, twee jaar later, van de International Association of University Professors of English (IAUPE). In de periode 1950-1953 was hij algemeen secretaris van deze vereniging. In 1954 stond Zandvoort mede aan de wieg van de European Association for American Studies en werd hij haar eerste voorzitter, terwijl hij van 1954 tot 1957 voorzitter was van de Fédération internationale des Langues et Littératures modernes. Zandvoorts vele verdiensten vonden internationale erkenning in eredoctoraten van de universiteiten van Göteborg (1960), Gent (1963), Bazel (1965) en Nancy (1966), in verscheidene erelidmaatschappen, en in zijn benoeming tot Commander in the Order of the British Empire in 1963.

Tot op zeer hoge leeftijd bleef Zandvoort actief. Zijn laatste bijdragen aan K. ten Bruggencate's Engels woordenboek, dat van 1944 tot 1971 door hem was geredigeerd, dateren van december 1988. Hij overleed op 96-jarige leeftijd in Amersfoort, waar hij en zijn vrouw eind 1963 waren gaan wonen.

A: Collectie-R.W. Zandvoort in de Bibliotheek van de Rijksuniversiteit te Groningen.

P: Bibliografie 1917-1964 in English studies presented to R.W. Zandvoort on the occasion of his seventieth birthday. [Onder red. van R. Derolez e.a.] (Amsterdam 1964) 274-281. Een (vrijwel) volledige bibliografie in de onder A genoemde collectie-Zandvoort. Zandvoorts belangrijkste artikelen werden gebundeld in Collected papers (2 dln.; Groningen, 1954 en 1970).

L: Behalve necrologieën door T.A. Birrell, in English Studies 71 (1990) 481-485. Herdrukt en aangevuld in Dutch masters and their ERA . English language studies by the Dutch, from the last century into the present. A retrospective collection of biographical texts. Onder red. van Frits Stuurman (Amsterdam 1993) 140-146; F.G.A.M. Aarts, in DQR. The Dutch Quarterly Review of Anglo-American Letters 20 (1990) 316-317; J. Gerritsen, in IAUPE Bulletin (1991) 8-10; idem, in Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1993-1994 (Leiden 1995) 169-175: Jaarboek der Rijksuniversiteit te Groningen 1938 (Groningen [etc.] 1938) 55; Spieghel Historiael van de Bond van Gentse Germanisten 5 (1963) 31-32; J. Swart, in Nieuwe Rotterdamse Courant, 20-6-1964; [R. Derolez,] inleiding tot de onder P genoemde feestbundel English studies, 1-2; [M. Hugenholtz,] Genootschap Nederland-Engeland: Netherlands-England Society, 1920-1995 (Z.pl. 1995).

I: Dutch masters and their ERA. Onder red. van Frits Stuurman (Amsterdam 1993) 140 [Zandvoort in 1947; schilderij door Johan Dijkstra].

J. Gerritsen


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 5 (Den Haag 2002)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013