Aar, Anna Willemsdr. van der (1576-1656)

 
English | Nederlands

AAR, Anna Willemsdr. van der (geb. Leiden 1576 – gest. Leiden 13-9-1656), protesteerde tegen het verbod op steunbetuigingen aan de remonstranten. Dochter van Willem Govertsz. van der Aar (1541-1617), lakenkoopman en vanaf 1604 schepen, en Alyt Claasz. den Hertog (1542-1579). Anna van der Aar trouwde op 22-6-1599 in Leiden met Petrus Scriverius (1576-1660), historicus en dichter. Uit dit huwelijk werden ten minste 8 kinderen geboren, van wie 2 zoons de volwassen leeftijd bereikten.

Anna van der Aar was het enige kind uit de verbintenis van haar ouders. Haar moeder stierf toen zij drie jaar oud was en haar vader hertrouwde nog in hetzelfde jaar 1579 met Geertje Huijgendr. Duyck. Het gezin woonde aan de Nieuwe Rijn.

Meer dan een jaar dong Petrus Scriverius naar de hand van zijn ‘Spica’ (‘aar’ in het Latijn). De onderhandelingen over de huwelijksvoorwaarden hadden veel voeten in de aarde, en uiteindelijk moest Scriverius’ familie tienduizend gulden inbrengen als voorschot op zijn erfenis. Na hun huwelijk woonde het echtpaar korte tijd aan de Steenschuur, later aan de Oude Rijn te Leiden. Hoeveel kinderen er uit dit huwelijk zijn geboren, is onbekend, maar zeker is dat er in 1602, 1612 en 1615 kinderen van Anna en Petrus zijn begraven. In 1623 waren nog vijf kinderen in leven. Slechts twee zoons, Hendrik (1605-1665) en Willem (1608-1661) overleefden hun ouders (Langereis, 109-110). Omdat beide echtelieden oud zijn geworden, was er sprake van een voor die tijd zeldzaam lang huwelijk: zij zijn 57 jaar lang met elkaar getrouwd geweest.

De faam die Anna van der Aar verwierf, is pas na haar dood schriftelijk vastgelegd. In een grafdicht wordt zij als volgt geprezen: ‘De heldin liet, om ’t misval, geen moed kleinmoedig vallen/ Maar sprak: “kan pen en boek door ’t schrift de baars vergallen [de zaak bederven]?/ Laat worden dan gestraft, pen, boeken en papier/ Verkoopt des waarheids tolk op boelhuis rechts getier/ Totdat men uit de (ver)koop de volle geldsoms hale;/ ’t Geen pen en boek verbeurt, moet pen en boek betalen!”’

Het gaat hier om een kwestie die speelde in 1619. In dat jaar was er een portret in druk verschenen van Rombout Hogerbeets, de pensionaris van Leiden die vanwege zijn remonstrantse sympathieën gevangen was genomen (zie ook Wentzen), en Scriverius had bij dat portret een lofdicht gemaakt. Daarvoor kreeg hij een boete van tweehonderd gulden. Omdat hij die weigerde te betalen, kwam de schout met stadssoldaten beslag leggen op zijn goederen. Eerst verwees Scriverius hen naar de keuken om de potten en pannen op te schrijven, maar deze waren van te weinig waarde. Toen nam hij hen mee naar de ‘boekkamer’, zeggende: ‘deze leerden mij recht van onrecht onderscheiden, deze zorgden ervoor dat ik werd beboet; laat dan ook van hen de boete komen’ (Brandt, 86). Het grafdicht, bijna veertig jaar na deze gebeurtenis opgetekend, suggereert dat dit het idee is geweest van zijn vrouw, Anna van der Aar.

Literatuur

  • G. Brandt, Historie van de rechtspleging gehouden in den jaaren 1618 en 1619 ontrent Mr. Johan van Oldenbarnevelt, Mr. Rombout Hoogerbeets en Mr. Hugo de Groot (3de druk; Rotterdam 1723 [oorspr. 1708]) 75-86.
  • Gedichten van Petrus Scriverius, benevens een uytvoerige beschryving van het leeven des dichters (Amsterdam 1738).
  • E.J. Wolleswinkel, ‘De portretten van Petrus Scriverius en zijn familie’, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 31 (1977) 105-119.
  • Sandra Langereis, Geschiedenis als ambacht. Oudheidkunde in de Gouden Eeuw: Arnoldus Buchelius en Petrus Scriverius (Hilversum 2001) 106-110.

Illustratie

Portret door Frans Hals, olieverf op paneel, 1626 (Metropolitan Museum, New York). Pendant van portret van P. Scriverius. Uit: Langereis, Geschiedenis als ambacht.

Auteur: Els Kloek

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 188

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.