Boermans, Amalia Catharina (1669-1709)

 
English | Nederlands

BOERMANS, Amalia Catharina (geb. Well, Limburg 10-3-1669 – gest. Alpen, bij Xanten, Duitsland 5-5-1709), ging een mésalliance aan. Dochter van Johannes Hubertus Boermans (1636-1711), schout, en Maria Agnes Höling (gest. 1716). Amalia Catharina Boermans trouwde op 6-3-1701 in Münster (Duitsland) met Maximiliaan Hendrik de Pas de Feuquières (1669-1725), kapitein in Spaanse dienst. Uit dit huwelijk werden 2 zoons geboren, van wie 1 jong stierf.

Amalia Catharina Boermans was de oudste dochter uit het tweede huwelijk van Johannes Hubertus Boermans. Samen met haar vier zusters – twee halfzusjes uit het eerste huwelijk van haar vader waren jong overleden – groeide ze op in Well en Venlo. De schepenfamilie Boermans was niet onbemiddeld. De vader was onder meer schout in Blerick, Well en Bergen, en tevens hofmeester op het kasteel Well, toentertijd in bezit van de familie Van Limburg Stirum. Dankzij deze functies verkeerde hij in hogere kringen. Zijn oudste dochters – Amalia Catharina en Maria Magdalena – waren volgens Boermans en Verzijl (1925) van een bijzondere schoonheid, getuige hun portretten die tot 1905 op kasteel Well hingen, maar waarvan de huidige verblijfplaats onbekend is.

Waarschijnlijk in 1699 kreeg Amalia Catharina een liefdesrelatie met een van de bewoners van het kasteel in Well: Max Hendrik de Pas, de jongste zoon van Juliana Petronella van Limburg Bronckhorst Stirum, douarière De Pas. Zowel vader Boermans als de douarière verzetten zich hevig tegen de dreigende mésalliance. Om Amalia Catharina en Max uit elkaars buurt te houden stuurde vader Boermans zijn dochter naar een pensionaat in Münster dat door Franse nonnen geleid werd, maar dat mocht niet baten: in het geheim bleven de geliefden met elkaar corresponderen, in oktober 1700 verloofden zij zich en op 6 maart 1701 trouwden zij buiten medeweten van hun ouders in de Citadelkerk in Münster. Beiden waren toen bijna 32 jaar oud. Max werd hierop door zijn moeder onterfd.

Amalia Catharina en Max de Pas de Feuquières, die kapitein was in Spaanse dienst, zwierven berooid rond en verbleven onder andere te Düsseldorf, Annadael – bezit van de familie De Pas – en Rijnberg (Duitsland). In 1703 verliet Max de Spaanse dienst. In Rijnberg beviel Amalia in 1705 van hun eerste zoon Carolus Maximilianus, die op 14 juni aldaar werd gedoopt. Dit jongetje overleed jong (in ieder geval voor 1709). Hun tweede zoon Antoon Maximiliaan werd op 12 maart 1708 eveneens in Rijnberg geboren. Kort na de geboorte van hun tweede zoon verliet Max de Pas vrouw en kind en keerde terug naar het kasteel in Well. Amalia Catharina bleef in een ziekelijke en armoedige toestand achter in Alpen, een dorp in de buurt van Xanten (Duitsland).

Op 5 mei 1709 overleed Amalia Catharina Boermans in Alpen, veertig jaar oud. Zij werd er begraven in het hoogkoor van de kerk. Nooit heeft zij als gravin op kasteel Well gewoond. Wel werd er, vermoedelijk in opdracht van Max de Pas, ter nagedachtenis van haar in 1709 een Sint Barbarakapel gebouwd op het kasteelterrein – de kapel is in 1962 afgebroken. Na haar dood ontbrandde een langdurig juridisch gevecht over de wettigheid van het huwelijk. Haar zoon groeide intussen op bij de zussen Boermans in hun huis aan de Gasthuisstraat in Venlo. Max de Pas ontkende de wettigheid van het huwelijk, en daarmee van zijn zoon. De zussen van Amalia Catharina vochten de onterving door de gravin van Limburg Stirum van hun zwager en diens zoon Antoon Max aan. In 1722 ging een van hen (Maria Ursula) met Antoon Max in haar kielzog zelfs een rechtstreekse confrontatie met de vader aan. In aanwezigheid van getuigen vroeg ze hem of hij wist wie het kind was dat zij bij zich had. Max de Pas erkende dat Antoon Max zijn wettige kind was.

Uiteindelijk haalden de zusters van Amalia hun gelijk: in 1727 verklaarde het Hof van Gelre het testament van Juliana Petronella ongeldig en gaf Antoon Max – inmiddels negentien jaar oud – toestemming om van Venlo naar kasteel Well te verhuizen. De nog levende gezusters Boerman (Maria Magdalena en Sibilla Elisabeth) woonden tot zijn huwelijk in 1733 bij hem in het kasteel. Daarna keerden zij terug naar de Gasthuisstraat in Venlo.

Naslagwerken

NNBW.

Archivalia

Regionaal Historisch Centrum Limburg, Maastricht: toegang 16.1112A-1, Plaatsingslijst van het kasteel en de heerlijkheid Well, inv. nr. 281 [stukken betreffende een proces tussen Max van Pas en zijn vader over de legitimiteit van het huwelijk tussen eerstgenoemde en A.C. Bormans (1722)]; toegang 16.1112B-1, Magazijnlijst van de archieven van het kasteel Well [aanwinsten uit de nalatenschap van A.F. van Beurden], inv. nr. 271, Verklaring Joh. Mans, rector te Virsen over wettigheid huwelijk Bormans de Pas (1721); inv. nr. 278, Verklaring van graaf de Pas over zijn huwelijk en zijn kind met Amelia Catharina Bormans etc. (17-4-1723); inv. nr. 474, Trouwbelofte Max de Pas en Amelia de Bormans (13-10-1700); inv. nr. 542, Sterfbericht van Amalia Catharina Bormans, Alpen (5-5-1709); inv. nr. 547, Originele verklaring Maria Magdalena Bormans over de scène op kasteel Well in 1701 (1726); inv. nr. 555, Overlijdensakten van Amalia Catharina Bormans (5-5-1709).

Literatuur

  • M.J. Janssen, ‘Lijst van schouten en secretarissen der heerlijkheid Blitterswijk’, De Maasgouw 1 (1909) 4-5.
  • A.F. van Beurden, ‘Aantekeningen over het Venlosche geslacht Boermans, ook wel Bormans’, De Nederlandsche Leeuw 7 (1913) 207-212.
  • H.J.F. Boermans en J.J.M.H. Verzijl, Genealogie der familie Boermans, benevens eenige aantekeningen omtrent andere aanverwante families (Venlo 1925) 56-137.
  • J. Verheyen, Het kasteel van Well en de vloek die er op rustte (Maastricht 1955).
  • Th.W.L. Driessen, Well en wee van een kasteeldorp in Noord-Limburg, bewerking Hen Camps (Venlo 1980) 117-122.

Auteur: Marja Volbeda

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.