Ampt, Anna Adriana Everdina Henrietta (1832-1885)

 
English | Nederlands

AMPT, Anna Adriana Everdina Henrietta, vooral bekend onder het pseudoniem Anna (geb. Nijmegen 3-1-1832 – gest. Nijmegen 5-3-1885), dichteres. Dochter van Frederik Hendrik Ampt (1793-1837), marineofficier, en Everdina Snoeck (1793-1884). Anna Ampt trouwde op 7-6-1854 in Nijmegen met Jan Willem Steens Zijnen (1833-1902), steenfabrikant. Uit dit huwelijk werden 8 dochters en 4 zoons geboren, van wie 2 dochters en 1 zoon jong overleden.

Anna Ampt groeide samen met haar jongere broer Frederik Hendrik (1834-1917) op in een welgestelde familie in Nijmegen. Haar vader was kapitein-luitenant ter Zee bij de Nederlandse marine. Hij stierf toen Anna vijf jaar oud was. Anna kreeg een degelijke opvoeding. Ze beheerste de moderne talen, en uit haar werk blijkt dat zij goed op de hoogte was van de klassieke en Germaanse mythologie, de vaderlandse geschiedenis en de kerkgeschiedenis. Haar favoriete dichters waren de domineedichters Hendrik Tollens, Petrus Augustus de Génestet en Bernard ter Haar. Op 25 maart 1850 deed Anna Ampt belijdenis in de Sint Stevenskerk te Nijmegen.

Dichterschap

In 1851 debuteerde Anna Ampt in het tijdschrift Astrea met het gedicht ‘Aan Alexander de Rancheraye’, een jonge violist die zij in de schouwburg had gehoord. Via een wederzijds familielid raakte Anna hierop in contact met de literator Maurits Cornelis van Hall, met wie zij enige jaren correspondeerde. In haar brieven bedankt zij hem voor zijn kritische kanttekeningen: ‘Mocht ik eens de wens mijner ziele vervuld zien, mocht ik eenmaal worden wat het grote doel mijner eerzucht is, een dichteres in de ware zin des woords, nooit genoeg zou ik Ued. kunnen danken’ (brief 26-08-1852).

In 1854, het jaar van haar huwelijk, verscheen Anna’s eerste grote dichtwerk, De bruid van Angrogna. Romantische episode uit de geschiedenis der Waldenzen. Daarmee verwierf zij enige landelijke bekendheid. Met regelmaat verschenen er vervolgens gedichten van haar in diverse tijdschriften en almanakken, waaronder de almanak Aurora, de literaire tijdschriften Nederland en Gelderland, het kunsttijdschrift Kunstkronijk en de Evangelische Volksalmanak. In 1858 verscheen Anna’s tweede grote dichtstuk Schaduwbeelden uit Suriname, waarvoor zij zich had laten inspireren door het werk van Wolter Robert van Hoëvell, Slaven en vrijen onder de Nederlandsche wet (1854). Op verzoek van de Evangelische Maatschappij schreef Anna in 1862 Tafereelen uit de geschiedenis der lijdende kerk, over het martelaarsleven van Perpetua, Savonarola en Servinus. Anna’s vierde en laatste dichtbundel Veldviooltjes verscheen in 1864, door dominee J.J.L. ten Kate van een lovend voorwoord voorzien. Na 1864 heeft zij nog maar weinig gepubliceerd. Zij was inmiddels moeder van een groot gezin, en kennelijk kon zij haar dichterschap niet langer met het moederschap combineren. Ter gelegenheid van haar 25-jarig huwelijksfeest verscheen in 1879 de dichtbundel Souvenir met gepubliceerde en niet-gepubliceerde gedichten. In 1886 werd postuum haar prozawerk Novellen uitgegeven, op initiatief van haar broer Frederik Hendrik. De aan Anna Ampt toegeschreven kinderboeken voor de zondagsschool zijn vrijwel zeker niet van haar hand, maar van de Zwolse schrijfster M. Goudappel die ook onder het pseudoniem Anna schreef.

Het oeuvre van Anna Ampt is beperkt, maar vertoont een grote variatie. Een deel van haar poëzie is eenvoudige poëzie over godsdienst, natuur en huiselijkheid. Veel van haar werk getuigt echter ook van maatschappelijke betrokkenheid. Haar hoge idealen kwamen voort uit haar christelijk geloof.

Maatschappelijk debat

Anna Steens Zijnen-Ampt liet haar stem horen in twee belangrijke maatschappelijke discussies van haar tijd: de emancipatie van de slaven en de emancipatie van de vrouw. Met haar Schaduwbeelden uit Suriname verzette zij zich tegen de onderdrukking van de slaven. Anna was geen uitgesproken voorstander van de afschaffing van de slavernij, maar was in ieder geval pleitbezorgster van het goede-meesterschap. Het werk is in 1862 herdrukt, één jaar voor de afschaffing van de slavernij in Nederland. Waarschijnlijk heeft zij hiermee de Nederlandse opinie over de slavernij beïnvloed. Tien jaar na Veldviooltjes reageerde zij met een artikel in de Tijdspiegel op het heersende maatschappelijk debat over de ontwikkeling van de vrouw. Ze achtte hoger onderwijs voor meisjes noodzakelijk: onderwijs zou een grote bijdrage leveren aan een ontwikkelde geest en een verfijnd schoonheidsgevoel, die tot het wezen van de vrouw behoren. Deze verworvenheden moesten wel aangevuld worden met godsvrucht, die de mens hogere waarden en een hoog zedelijk bewustzijn bijbrengt. Het was een belangrijke taak voor de vrouw om deze hoge beginselen aan de jeugd over te brengen. Zo was haar taak gelijkwaardig aan die van de man, alleen ieder op z’n eigen terrein.

De laatste jaren van haar leven bracht Anna Ampt door in Nijmegen, waar zij op 5 maart 1885 overleed. Anna ligt begraven op de begraafplaats van het Witte Kerkje te Ubbergen.

Naslagwerken

Doorninck; Frederiks/van den Branden; Lauwerkrans; Nijmeegse biografieën, Molhuysen/Blok

Archivalia

  • Regionaal archief Nijmegen: Collectie Mesker, inv.nr. 345, Het geslacht Ampt van J.H. de Groot, Genealogie van de familie Ampt en Snoeck opgesteld Frederik Hendrik jr., Brieven van naaste familieleden, Diverse pen- en potloodtekeningen van Frederik Hendrik sr. en Frederik Hendrik jr, Album Amicorum van Catherina Guyot.
  • Familiearchief L.M. Steens Zijnen: brieven van Anna Ampt, brieven van naaste familieleden, fotomateriaal, nagelaten manuscript van Anna Ampt.
  • Centraal Bureau voor Genealogie Den Haag: Dossier Ampt en Dossier Zijnen.
  • UB Amsterdam (UvA), Handschriftencollectie: Brieven aan Mr. Maurits Cornelis van Hall, 1852-1854.
  • UB Leiden (UvL), Handschriftencollectie: Brief aan A.W. Sijthoff (A.W. Sijthoff’s Uitgeversmaatschappij).

Publicaties

  • A.A.E.H.A., ‘Aan Alexander de Rancheraye’, Astrea: maandschrift voor schoone kunst, wetenschap en letteren 1 (1851), 184-185.
  • Op den dood eener jeugdige vriendin, uit hoogachting opgedragen aan haren diepbedroefden vader (Nijmegen 1852).
  • De bruid van Angrogna. Romantische episode uit de geschiedenis der Waldenzen (Nijmgen 1854).
  • Schaduwbeelden uit Suriname (Amsterdam 1858).
  • Schaduwbeelden uit Suriname (Dordrecht 1862)
  • Tafereelen uit de geschiedenis der lijdende kerk (Arnhem 1862).
  • Veldviooltjes: gedichten. (Amsterdam 1864).
  • ‘De vrouw en de godsdienst’, De Tijdspiegel (1874), II p. 13-26.
  • Anna Steens Zijnen, Souvenir. Verspreide en onuitgegeven gedichten. Uit vroeger en later tijd. (Tiel 1879).
  • A.A.E.H. Steens Zijnen-Ampt, Novellen nagelaten (Nijmegen 1886).

Alle publicaties, voorzover niet anders vermeld, verschenen onder het pseudoniem Anna.

Literatuur

  • S. Kalff, ‘Surinaamsche poëzie’, De Indische gids 35 (1913) 547-559.
  • J. Groot, Het geslacht Ampt (Rotterdam 1949) 89-90.
  • J.W. Steens Zijnen, ‘Zijnen’, Nederland’s Patriciaat 43 (1957) 358-359.
  • U.M. Lichtveld en J. Verhoeve (red.), Suriname: Spiegel der vaderlandsche kooplieden. Een historisch leesboek (2de druk; Den Haag 1980) 280.
  • B. Paasman, ‘De Nederlandse literatuur en de emancipatie van de Westindische slaven’, in: G. van de Louw en T. Beaufils red., Emancipatie in de Nederlandstalige Caraïbische literatuur (Villeneuve-d’Ascq 1997) 33-48.
  • M. van Kempen, Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur (Breda 2003).
  • P. Koeleman, Anna Ampt (1832-1885). Leven en werk (Amsterdam 2007) [onuitgegeven masterscriptie, Universiteit van Amsterdam].

Illustratie

Foto door onbekende fotograaf, ongedateerd (familie-archief L.M. Steens Zijnen).

Auteur: Pauline Koeleman

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 743

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.