Brande, Jacoba van den (1735-1794)

 
English | Nederlands

BRANDE, Jacoba van den (geb. Middelburg 4-7-1735 – gest. Middelburg 14-8-1794), eerste directrice van het Natuurkundig Genootschap der Dames te Middelburg. Dochter van Johan Pieter van den Brande (1707-1758), ambachtsheer van Gapinge en Kleverskerke, schepen en raad van Middelburg, en Maria van Reigersberg (1707-1775). Jacoba van den Brande trouwde op 30-10-1760 in Middelburg met Johan Adriaen van de Perre (1738-1790), lid Staten-Generaal. Het huwelijk bleef kinderloos.

Jacoba van den Brande stamde zowel van vaders- als van moederszijde uit voorname Zeeuwse geslachten. Haar vader behoorde tot de rijkste mannen van Middelburg, haar moeder was een telg uit de bekende familie Van Reigersberch – ze was vernoemd naar de vermaarde Maria van Reigersberch. Jacoba groeide op in het chique woonhuis aan de Lange Delft, ontworpen door de Antwerpse architect J.P. van Baurscheit en een van de meest imposante huizen van de stad. Ook de buitenplaats van de familie, St. Jan ten Heere in Aagtekerke, schijnt van vorstelijke allure te zijn geweest. Wellicht was Jacoba klein van postuur, zoals haar enige broer Johan Pieter jr., die later ‘een dwerg in gestalte, maar een reus in rijkdom’ (Nagtglas) werd genoemd.

Huwelijk

Eind 1758 berichtte moeder Van den Brande haar zoon over enige ‘beginsels van vrijage’ (Zuidervaart, 11) tussen Jacoba en Johan Adriaen van de Perre, eveneens telg uit een oud Zeeuws regentengeslacht. Van de Perre zelf bevond zich toen in Bordeaux, op zijn ‘grand tour’. Het huwelijk van Jacoba en Johan Adriaen werd voltrokken in 1760, onder een huwelijkscontract dat iedere gemeenschap van goederen uitsloot. Bij die gelegenheid schonk het echtpaar een met beider familiewapens gegraveerd zilveren doopbekken aan de kerk van Westkapelle, waar Van de Perre toen ambachtsheer was; het wordt daar nog steeds bij doopplechtigheden gebruikt.

In 1762 overleed Jacobus van Reigersberg, Jacoba’s schatrijke peetoom. Van hem erfde ze een enorm fortuin, haar latere woonhuis De Commanderij aan het Middelburgse Hofplein en het enige echt middeleeuwse slot van Walcheren: kasteel Westhove in Oostkapelle, gebruikt als zomerverblijf. Jacoba en haar man lieten De Commanderij verbouwen tot een nieuw stadspaleis. De architect, opnieuw Van Baurscheit, moest echter wel de oude kern van het oorspronkelijk middeleeuwse commandeurshuis in zijn ontwerp opnemen, een wens van de opdrachtgevers die waarschijnlijk verband hield met de riddermatigheid van de locatie. In 1768 werd Jacoba’s echtgenoot benoemd tot Representant van de Eerste Edele van Zeeland, en in die hoedanigheid werd hij lid van de Staten-Generaal. Vandaar dat het echtpaar tien jaar lang ook een huis aan de Prinsessegracht in Den Haag huurde, waar ze ’s winters woonden.

Natuurkundig Genootschap der Dames

Nadat hij in 1779 ontslag had genomen als representant ontpopte Van de Perre zich als stimulator en mecenas van tal van wetenschappelijke genootschappen en activiteiten. Zo werd in 1785, mogelijk op instigatie van Jacoba van den Brande, het Natuurkundig Genootschap der Dames opgericht. Dit ‘Dames-physica’ was het eerste natuurwetenschappelijke genootschap ter wereld dat exclusief voor vrouwen was bestemd. Jacoba van den Brande werd eerste directrice van dit genootschap.

Het Natuurkundig Genootschap der Dames werd in 1787 samen met zijn ‘mannelijke’ tegenhanger, het Middelburgse Natuurkundig Gezelschap, gehuisvest in het Musaeum Medioburgense, Van de Perres ouderlijk huis dat – vermoedelijk mede op Jacoba’s kosten – was ingericht tot wetenschappelijk centrum. Het Musaeum huisvestte tevens de Middelburgse Teekenacademie (opgericht 1778), het Middelburgs Departement van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1783), een publieke leesbibliotheek, kabinetten met natuurkundige instrumenten en naturalia, en een kruidentuin voor het kruideniers-, apothekers- en drogistengilde. De aanstelling van de predikant J.H. van der Palm als directeur van het Musaeum kon in 1787 niet doorgaan vanwege diens patriotse gezindheid. Wel werd Van der Palm door het oranjegezinde echtpaar Van de Perre aangesteld tot hun persoonlijke, inwonende huispredikant. Na Van de Perres overlijden, in 1790, bleef Van der Palm op dringend verzoek van Jacoba van den Brande aan als huispredikant, waarbij contractueel werd vastgelegd dat hij de eerste jaren niet zonder haar toestemming uit zijn functie zou mogen ‘quiteren’. In 1791 droeg de predikant zijn bundel van Eenige liederen van David op aan Jacoba van den Brande.

De weduwe

Als weduwe zette Jacoba van den Brande de steun voort die haar man aan de natuurkundige genootschappen had gegeven. Een verzoek daartoe werd in juni 1790 door deze twee gezelschappen aan haar overgebracht en door haar ingewilligd. Ze schonk het Musaeum-gebouw aan het Natuurkundig Gezelschap, dat het tot 1892 – samen met het in 1889 opgeheven ‘Dames-Physica’ – in gebruik heeft gehad. Ook schonk Jacoba een in 1788 gereedgekomen planetarium aan het Zeeuwsch Genootschap (nu te bezichtigen in het Zeeuws Archief). Alleen de leesbibliotheek werd in 1791 ontmanteld, en ook beëindigde Jacoba van den Brande de financiële steun aan de meteorologische afdeling van de Natuur- en Geneeskundige Correspondentie Sociëteit.

Op andere punten bleef Jacoba van den Brande in de geest van haar overleden man werkzaam. Door middel van schenkingen (bijvoorbeeld ‘ene belangrijke onderstand’ aan de noodlijdende predikant Jacob van Loo), voordelige leningen (aan de fysisch instrumentmaker David Reghter) of gulle aanbiedingen (zoals de schenking van een kamerorgel aan de Lutherse Kerk te Vlissingen), hield zij zijn mecenaat in stand.

In 1794 overleed Jacoba van den Brande, 59 jaar oud. Zij werd bijgezet in het graf van haar man in de tegenover haar woonhuis gelegen Oude of St. Pieterskerk (afgebroken 1834). Bij de finale afrekening van haar erfenis bleek dat zij meer dan anderhalf miljoen gulden naliet, te verdelen onder de drie dochters van haar overleden broer. Opmerkelijk is dat zowel de bibliotheek als het kabinet van natuurkundige instrumenten niet tot Van de Perres, maar tot haar nalatenschap werd gerekend. Huispredikant Van der Palm ten slotte ontving een legaat van dertigduizend gulden, wat hem in één klap financieel onafhankelijk maakte.

Reputatie

Dorothee Sturkenboom vermoedt dat Jacoba van den Brande achter de schermen een belangrijke inbreng moet hebben gehad in de oprichting van het Natuurkundig Genootschap der Dames (Sturkenboom, 124-125), waarvan zij de eerste directrice is geweest. In het vroegere stadspaleis De Commanderij is tegenwoordig het Zeeuws Archief gehuisvest. Het pand staat anno 2009 bekend als het Van de Perre-huis – een curieuze naamgeving, aangezien Jacoba van den Brande gedurende haar leven de enige eigenaar van het perceel is geweest, en zij vermoedelijk ook de renovatie heeft bekostigd.

Naslagwerken

Van der Aa.

Archivalia

Zeeuws Archief, Middelburg: Familiearchief Schorer, financiële stukken.

Literatuur

  • Andries Westveer, Zegenwensch ter zilveren bruilofte van […] Johan Adriaen van de Perre […] en […] Jacoba van den Brande (Middelburg 1785) [ex. in Familiearchief Schorer].
  • J.H. van der Palm, ‘Lofreden op den hoogwelgeboren heer mr. Johan Adriaen van der Perre’, in: Verhandelingen van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 15 (1792) 1-58 [ook afzonderlijk verschenen].
  • Dagboek van ds. Jacob van Loo, predikant te Ootmarsum 1777-1797, H.W. Heuvel ed. (Amsterdam 1814) 57, 178.
  • H.J. Zuidervaart, ‘Mr. Johan Adriaen van de Perre (1738-1790). Portret van een Zeeuws regent, mecenas en liefhebber van nuttige wetenschappen’, Archief. Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1983) 1-169.
  • C.J.J. Stal en H.F. Ambachtsheer red., Prinsessegracht 29, een monumentaal interieur (Den Haag 1988) 7-8.
  • H.J. Zuidervaart, ‘Eender en anders: “representant” Van de Perre en “gouverneur” Schorer: twee bewoners van een machtig pand’, in: J.C. Dekker red., Een bijzonder huis op een bijzondere plek. Het Van de Perrehuis in Middelburg en zijn omgeving (Middelburg 2000) 129-157.
  • Margaret Jacob en Dorothee Sturkenboom, ‘A women’s scientific society in the West: the late eighteenth-century assimilation of science’, Isis. International Review devoted to the History of Science and its Cultural Influences 94 (2003) 216-252.
  • Dorothee Sturkenboom, De elektrieke kus. Over vrouwen, fysica en vriendschap in de 18de en 19de eeuw. Het verhaal van het Natuurkundig Genootschap der Dames in Middelburg (Amsterdam 2004).
  • Claudette Baar-de Weerd, Uw sekse en de onze. Vrouwen en genootschappen in Nederland en in ons omringende landen (1750-ca. 1810) (Hilversum 2009) 126-128.

Auteur: Huib Zuidervaart

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 515

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.