Bor, Deborah (1724-1775)

 
English | Nederlands

BOR, Deborah (ged. Amsterdam 13-2-1724 – begr. Amsterdam 9-10-1775), toneelspeelster. Dochter van Cornelis Bor (1674?-1745), toneelspeler, en Agatha Malfait (1684-1728). Deborah Bor trouwde op 15-4-1764 in Amsterdam met Jan Fredrik Berewout (1722-1785), koopman en bewindhebber van de West-Indische Compagnie. Uit de jarenlange relatie voorafgaand aan het huwelijk werden 7 kinderen geboren en uit het huwelijk nog 4.

Deborah Bor was het enige kind uit het tweede huwelijk van Cornelis Bor, die uit zijn eerdere huwelijk met Anna Maria van Bleeck al enkele kinderen had, onder wie Jan (1703/1704-1750) en Elizabeth, beiden zo’n twintig jaar ouder dan hun halfzusje en al enige jaren als toneelspelers verbonden aan de Amsterdamse Schouwburg. Deborah’s moeder Agatha Malfait, voorzover bekend geen actrice, overleed al in 1728, toen Deborah vier was. Zij groeide vrijwel in de Amsterdamse Schouwburg op: haar vader was er vanaf 1728 kastelein, een baan waarbij een woning naast de schouwburg was inbegrepen. In datzelfde jaar verkocht Cornelis Bor zijn wijnhandel aan zijn zoon Jan. Volgens ‘Een nieuw lied’ van een zekere P.S.ging het om een tabakswinkel.

Als toneelspeelster schijnt Deborah Bor niet over grote gaven beschikt te hebben, al had ze acteerles gehad van de beroemde Jan Punt. Ze debuteerde op 20 september 1749 in de titelrol van Elektra, een door Philip Malfait – wellicht een oom of neef – naar het Frans bewerkt treurspel. De rol zou ze ingestudeerd hebben met Punt, maar, aldus diens collega Marten Corver, ‘men kon ook zien, dat het een geleerd lesje was’. De drie gulden die ze per optreden kreeg, zal dan ook niet echt te veel zijn geweest. Aan het gedicht van een verder onbekende F. de Bruyn, ‘Aan mejonkvrouwe Debora Bor, beroemde tooneelspeleresse’ (1750) (Hilman, 76), lijkt enige overdrijving niet vreemd te zijn.

Volgens Coffeng ontving Deborah Bor ook een jaarlijkse recognitie van 25 gulden, maar dat kan niet lang geduurd hebben, want ze moet al vrij spoedig haar toneelcarrière vaarwel gezegd hebben. Zoals Corver het samenvatte: ‘Zij had een goed postuur, was vrij onbedwongen, maar het vervolg toonde dat er nooit iets van groeien kon, en dat er geen actrice in zat. Zij bedankte vervolgens de Schouwburg’ (Corver, 105).

Corver suggereert dat Deborah Bor kort na haar vertrek bij de schouwburg getrouwd is en nog in 1886 meent H.J. Schouten dat zij in 1735 in het huwelijk getreden moet zijn (‘Geslacht Berewout’, 135). Niets blijkt minder waar, al kan het zijn dat de buitenwereld zand in de ogen gestrooid is. Waarschijnlijk al in 1749 kreeg Deborah Bor een verhouding met Jan Fredrik Berewout die stand zou houden zolang vader Berewout zijn zoon geen toestemming wilde geven voor dit in sociaal opzicht zeer onevenwichtige huwelijk. Berewout jr. was een vermogend koopman en bewindhebber van de West-Indische Compagnie. Hij heeft ook nog vele andere functies bekleed. Toen Deborah en Jan Fredrik eindelijk op 15 april 1764 trouwden in de Engelse kerk in Amsterdam, was zij 40 en hij 42 en hadden ze al zeven kinderen, die allen bij dit huwelijk aanwezig waren en aldus door Berewout geëcht werden. De oudste was in 1750 geboren, de jongste in januari 1764 (Dudok van Heel, 178). Volgens S.A.C. Dudok van Heel gaf vader Berewout pas toestemming voor het huwelijk toen er na vier meisjes eindelijk twee jongens – stamhouders dus – geboren waren. Vader Berewout was overigens niet aanwezig in de Engelse kerk. Het echtpaar kreeg na het huwelijk nog vier kinderen. Deborah Bor overleed op 51-jarige leeftijd en werd op 9 oktober 1775 begraven in de Nieuwe Kerk.

Naslagwerken

Coffeng.

Archivalia

  • Stadsarchief Amsterdam: DTB, Dopen 110, p. 132. DTB, Trouwen 608, p. 209 [Bor en Berewout]. DTB, Begraven 1058, 51r [Agatha Malfait], 129v [Cornelis Bor]; 1060, 17v [Deborah Bor]. Toegang 5075 (Notarissen), inv. nr. 8493 (not. I. Angelkot), akte nr. 447 [C. Bor verkoopt wijnhandel, 24-6-1728].

  • Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: dossier Bor [daarin een geslachtslijst Bor door A.J. Kronenberg: ‘Bor (met de ruiten)’].

Literatuur

  • P.S., ‘Een nieuw lied op de bendes van de acteurs en actrices van de Amsterdamsche Schouburg’, in: Sesde vervolg van de Latynsche en Nederduitsche keurdichten (Rotterdam 1733) 104-109, aldaar 105.
  • M. Corver, Tooneel-aantekeningen vervat in een omstandigen brief aan den schrijver van het Leven van Jan Punt (Leiden 1786) 105.
  • J. Hilman, Ons tooneel. Aantekeningen en geschiedkundige overzichten (Amsterdam 1879) 76 nr. 151.
  • H.J. Schouten, ‘Geslacht Berewout’, Tijdschrift voor Noordbrabantsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde 3 (1886) 134-137.
  • Johan E. Elias, De vroedschap van Amsterdam 1578-1795, deel 2 (Amsterdam 1963) 776.
  • S.A.C. Dudok van Heel, ‘Het buitenechtelijk kind of de blinde vlek bij de genealoog’, in: E.W.A. Elenbaas-Bunschoten e.a. red., Uw Amsterdam (z.p. z.j. [1988]) 165-186, aldaar 178-179.

Auteur: Anna de Haas

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.