Eeckhout, Adriana (1650?-na 1722)

 
English | Nederlands

EECKHOUT, Adriana (geb. Amsterdam 1650? – gest. na 1722), toneelspeelster. Dochter van Rochus Conrad Eeckhout (ca. 1630-1701), musicus, en Susanna van Lee (1630?-1700), toneelspeelster. Adriana Eeckhout trouwde met Nicolaas Rigo (gest. 1690), toneelspeler. Uit dit huwelijk werden 3 dochters en 4 zoons geboren, van wie 3 zoons jong stierven.

Adriana Eeckhout groeide op in een familie van toneelspelers en musici. Haar moeder, Susanna van Lee, was een van de eerste beroepstoneelspeelsters bij de Amsterdamse Schouwburg; haar vader was er violist. Adriana trad in haar moeders voetsporen en ging aan het toneel. Met tussenpozen was ze vermoedelijk van 1678 tot 1718 verbonden aan de Amsterdamse Schouwburg. Ook haar man, Nicolaas Rigo, was als acteur in dienst van de Schouwburg. Het is aannemelijk dat Adriana Eeckhout na de dood van haar man in 1690 enige jaren bij reizende gezelschappen gespeeld heeft om in haar levensonderhoud en dat van haar vier kinderen te kunnen voorzien. Over haar speelloon bij de Schouwburg is alleen bekend dat het van vier gulden en drie stuivers in 1680 steeg naar vijf gulden in 1690. Haar twee dochters Anna Maria (1675-1718) en Isabella (1684-na 1722) gingen ook bij het toneel.

Over de speelkwaliteiten van Adriana Eeckhout werd hoog opgegeven. Een ‘rechtzinnig liefhebber’ noemde haar in de jaren 1693 en 1694 ‘een uitstekende goede speelster’. Ook bemoeide zij zich wel met de toneelteksten zelf. Zo vermeldt de toneelschrijver-arts Ludolph Smids (1649-1729) dat zij veranderingen wenste in zijn treurspel Konradyn, koning van Napels en Sicilien (1686) (Worp 1, 36). Haar reputatie was echter niet geheel onbesproken. Naar aanleiding van een conflict tussen haar en de kasteleinsdochter Anna du Cour verklaarde Adriana Eeckhout op 25 augustus 1679 tegenover hoofdofficier Hendrick Roeters dat Anna du Cour haar na een optreden had toegeroepen: ‘Daar komt dat Venusje [: hoer] aan’. Adriana had geantwoord, ‘dat zij, moetende wat van haar hebben, het van haar afhalen zoude’. Hierop had Anna, ‘in vuile boosheid ontstoken’, Adriana ‘een zeer forcelijke slag in het aangezicht’ gegeven en haar de kap in stukken van het hoofd getrokken. Bij de vechtpartij liep de toneelspeelster een gebroken vinger op, die ‘op het buitenste van de hand bleef liggen’ en door een barbier moest worden verbonden. Een regent van de Schouwburg moest de vechtende vrouwen scheiden (Sterck, 131).

Pas in 1722 zou Adriana Eeckhout, zo’n 72 jaar oud, afscheid van het toneel hebben genomen. Het is niet bekend waar en wanneer zij is gestorven.

Naslagwerken

Coffeng; NNBW; Worp.

Archivalia

Het Utrechts Archief: Familiearchief Huydecoper, inv. nr. 319, Copia uijt het Uitgiftboek van den Schouwburg. Beginnende met het Jaar 1678.

Literatuur

  • J.F.M. Sterck, ‘Uit het Amsterdamsche tooneelleven op het einde der XVIIe eeuw’, Handelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde (1913) 97-148
  • E.F. Kossmann, Nieuwe bijdragen tot de geschiedenis van het Nederlandsche tooneel (’s-Gravenhage 1915).
  • S.A.C. Dudok van Heel, ‘De affaire van “Beslikte Swaantje” of De Toneelverwanten van Cornelis Troost’,  Jaarboek Amstelodamum 65 (1973) 84-109.

Auteur: Malou Nozeman

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 360

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.