Maria Elisabeth van den Bergh (1613-1671)

 
English | Nederlands

MARIA ELISABETH gravin van den BERGH (geb. Stevensweert ?-1-1613 – gest. Bergen op Zoom 29-11-1671), door haar huwelijk prinses en later vorstin van Hohenzollern-Hechingen. Dochter van Hendrik graaf van den Bergh (1573-1638) en Margaretha van Witthem (gest. 1627), erfdochter van de markies van Bergen op Zoom. Maria Elisabeth van den Bergh trouwde op 19-3-1630 op haar kasteel te Boutersem met Eitel Friedrich prins van Hohenzollern-Hechingen, graaf van Sigmaringen (1601-1661), grootkanselier van het Roomse Rijk. Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 1 dochter geboren, van wie alleen de dochter de volwassen leeftijd bereikte.

Maria Elisabeth was het eerste wettige kind van graaf Hendrik van den Bergh. Ze werd Lieske genoemd of Isabella, naar aartshertogin Isabella, in wier streng-katholieke omgeving ze deels opgroeide. Haar vader, tot 1632 als militair in dienst van de Spaanse Nederlanden en daarna in Staatse dienst, zorgde ervoor dat zijn oudste dochter zich zowel in Zuid- als in Noord-Nederlandse hofkringen bewoog. Ze onderhield vriendschappelijke betrekkingen met Amalia van Solms, en in 1628 woonde ze als vijftienjarige enige tijd aan het hof van Elisabeth Stuart in Den Haag – aan beide vorstinnen was ze verwant. In hetzelfde jaar werd Maria Elisabeth geportretteerd, net als Elisabeth Stuart met lang loshangend haar en sierlijke handgebaren. Misschien was het portret bestemd voor prins Eitel Friedrich, die in 1628 om haar hand kwam vragen. De familie vond de afstand naar het verre vorstendom Hohenzollern erg groot en de onderhandelingen duurden twee jaar. In de huwelijksvoorwaarden werd expliciet vastgelegd dat Maria Elisabeth te allen tijde vrijelijk naar de Nederlanden zou mogen terugkeren. Het paar trouwde in 1630, buiten gemeenschap van goederen.

Haar huwelijk leverde Maria Elisabeth de titel van prinses en een voor tijdgenoten exotische achternaam die op velerlei manieren werd geschreven – d’Oxoldre bijvoorbeeld. Voorzover valt na te gaan is ze nooit in het vorstendom Hohenzollern geweest en woonde ze afwisselend op haar bezittingen in de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden: kasteel Hedel, Mechelen, Brussel, Den Haag. Haar eerste kind – een zoontje – stierf de dag na zijn geboorte, dochter Henriëtte Francisca, geboren in 1642, bleef wel leven en werd door haar grootgebracht. Al in 1635 leefde Maria Elisabeth gescheiden van haar man, die als militair in dienst van de keizer steeds te velde was en door de oorlog en aanspraken van zijn broers in grote schulden was geraakt. Op zijn oude dag woonde hij in Hechingen.

Markiezin of gravin

Als gravin van den Bergh en markiezin van Bergen op Zoom was Maria Elisabeth een rijke erfgename. Deze rijkdom gaf veel strijd. Jarenlang moest zij bij voorbeeld procederen om het markizaat Bergen op Zoom, geërfd van haar moeder. Maria Elisabeths aanspraken werden onder andere betwist door twee nichten van moederskant, van wie Madeleine de Cusance weer was getrouwd met haar neef Albert van den Bergh. Ook Beatrix de Cusance maakte aanspraak op Bergen op Zoom. De strijd was fel. Dit blijkt uit een brief van dochter Henriëtte Francisca aan haar vader waarin ze schrijft niet te kunnen komen omdat de hertog van Lotharingen, echtgenoot van Beatrix de Cusance, haar de doorgang door Duitsland versperde; net als haar moeder is ook zij nooit in Hohenzollern geweest.

Met de regelingen van de Vrede van Münster (1648) kreeg Maria Elisabeth definitief Bergen op Zoom in bezit, en op 16 november 1649 deed ze officieel haar intrede als markiezin. Erg welkom was ze niet in het al decennia lang zelfstandige, protestantse en zeer oranjegezinde Bergen op Zoom. Ze werd slechts door drie leden van de magistraat verwelkomd en van enig feestelijk ceremonieel was geen sprake. Dit had alles te maken met haar katholieke en Zuid-Nederlandse achtergrond. Zo weigerde de drossaard, haar officiële vertegenwoordiger, de eed van trouw aan haar af te leggen.

Maria Elisabeth hield residentie in het Markiezenhof te Bergen op Zoom. Ze gaf opdrachten aan diverse kunstenaars. De beroemde Antwerpse beeldhouwer Artus Quellinus liet zij een nieuwe hofkapel inrichten, en Gerard van Honthorst maakte diverse portretten van dochter Henriëtte Francisca. Met Elisabeth Stuart ruilde ze een van die portretten voor een portret van Louise Hollandine (1622-1709), de lievelingsdochter van Elisabeth met wie Maria Elisabeth bevriend was geraakt. Ook onderhield ze vriendschappelijke betrekkingen met Constantijn Huygens (1596-1687). Hij droeg gedichten aan haar op en noemde haar ‘une Dame de grand savoir’.

Geloofsovergang van Louise Hollandine

Eind 1657 raakte Maria Elisabeth in moeilijkheden doordat zij Louise Hollandine had geholpen toen deze tot het katholicisme overging en daarom in conflict kwam met haar moeder. Uit drie brieven, gevonden in de kamer van Louise, bleek dat Maria Elisabeth haar had geadviseerd hoe zij het haar moeder moest vertellen. Ook bij de uiteindelijke vlucht van Louise op 18 december 1657 was Maria Elisabeth betrokken geweest. Elisabeth Stuart stuurde kopieën van de brieven naar de Staten-Generaal met het verzoek om de schuldigen te straffen. Zij legde alle verantwoordelijkheid bij Maria Elisabeth en weigerde haar nog te ontvangen of zelfs te antwoorden.

Hangende het onderzoek werden markiezin Maria Elisabeth in januari 1658 alle bevoegdheden op het gebied van politie en justitie in Bergen op Zoom ontnomen. Zoveel had ze al gewonnen dat de magistraat zich achter haar schaarde, maar haar tegenstanders richtten vreugdevuren aan en vooral de drossaard zag de kans schoon zijn verloren gegane invloed te herwinnen. Om aan alle onrust in Bergen op Zoom een einde te maken stelden de Staten-Generaal in maart 1658 een onderzoekscommissie in. Nog dezelfde dag dat de kwestie ‘Bergen op Zoom’ door de Staten-Generaal werd behandeld, op 18 januari 1659, werd Maria Elisabeth in al haar rechten hersteld. Volgens archivaris Van Ham was haar regering een zegen voor stad en land. Tussen Maria Elisabeth en Elisabeth Stuart is het echter nooit meer goed gekomen.

Sterfbed Maria Elisabeth

Maria Elisabeth overleed op 29 november 1671 op het Hof te Bergen op Zoom. Dochter Henriëtte Francisca heeft precies beschreven hoe haar sterfbed is geweest: rond acht uur ’s ochtends raakte ze verlamd aan haar rechterarm, haperde haar spraak en stuurde de arts haar naar bed. Nadat ze vervolgens herhaalde malen met haar biechtvader had gesproken, riep ze haar dochter bij zich, zei dat het zeer slecht met haar ging en gaf haar de zegen. Hierna volgde nog een beroerte. Zo overleed ze rond half elf, zonder dat de priester haar het laatste oliesel had kunnen geven. De gereformeerde kerkenraad bepaalde dat de doodsklokken pas na het einde van de avondpredikatie geluid mochten worden.

Archivalia

Het archief van de Heeren en Graven van den Bergh, Huis Bergh, 's Heerenberg; het archief der Heeren en Graven van Culemborg; het Gelders Archief, Arnhem; het Gemeentearchief Bergen op Zoom en de archieven Raad en Rekenkamer van de markiezen van Bergen op Zoom.

Literatuur

  • A.P. van Schilfgaarde, Het huis Bergh (Maastricht 1950).
  • W.A. van Ham, Het doorluchtig huis van Bergen op Zoom, een overzicht van de geschiedenis van de heren en markiezen van Bergen op Zoom, hun verwanten en hun bezittingen (1287-1795) (Zaltbommel 1977).
  • W.A. van Ham, Het Markiezenhof te Bergen op Zoom, een overzicht vanuit de bronnen van zijn geschiedenis tot 1795 (Bergen op Zoom 1986).
  • Charles de Mooij, Geloof kan bergen verzetten (Hilversum 1998).
  • Nadine Akkerman en Ineke Huysman, ‘Een zeventiende-eeuwse catfight: de geloofsovergang van Louise Hollandina van de Palts als inzet bij de aanspraken op het Markiezaat van Bergen op Zoom (1657-1659)’, De Waterschans 41 (2011) 63-72.

Illustratie

Portret door anonieme kunstenaar, 1628 (collectie van Het Markiezenhof Historisch Centrum te Bergen op Zoom).

Auteur: Wil Tiemes

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 255

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.