Halmael, Geertruijt van (1648-1729)

 
English | Nederlands

HALMAEL, Geertruijt van (geb. Amsterdam? 1648 – begr. Amsterdam 8-2-1729), gelegenheidsdichteres. Dochter van Jan Jacobse van Halmael (1608-1676), koopman, en Hester van Mollem (gest. 1670). Geertruijt van Halmael trouwde (1) in 1677 in Amsterdam (otr. 10-4) met Antony Maire (ca. 1638-1708), koopman; (2) in 1709 in Amsterdam (otr. Amsterdam 10-5, Den Haag 12-5) met Andries Hoflant (gest. 1730), advocaat. Uit huwelijk (1) werd 1 kind geboren dat jong overleed.

In de literatuurgeschiedenis staat Geertruijt van Halmael bekend als gelegenheidsdichteres, maar geheel onbekend was tot nu toe haar leven. Nader onderzoek leverde daarover vele gegevens op. Geertruijt van Halmael kwam uit een van origine adellijke familie die als doopsgezinden in de zestiende eeuw van de Zuidelijke Nederlanden via het land van Kleef (Duitsland) in Amsterdam terechtkwam. Geertruijts ouders waren beiden in Wezel (Duitsland) geboren. Ze woonden aanvankelijk in Emmerich, waar in 1631 hun eerste zoon, Daniel, werd geboren. Het is niet bekend wanneer het gezin naar Amsterdam verhuisde. Geertruijt groeide op met zes broers en een oudere zuster – drie broers en een zus waren vóór Geertruijts geboorte al overleden.

Op 10 april 1677 ging Geertruijt van Halmael in ondertrouw met de koopman Antony (le) Maire, een weduwnaar die uit zijn eerdere huwelijk een zoontje had, Benjamin (geb. 1669). In november 1678 werd een kind van Geertruijt en Antony begraven in het graf van de familie Van Halmael in de Nieuwe Kerk. Enkele dagen later liet Geertruijt van Halmael zich thuis remonstrants dopen. Het echtpaar woonde toen op de Keizersgracht, waarschijnlijk in het huis waar Maire al woonde bij hun huwelijk. Ergens vóór 1698 stierf Geertruijts stiefzoon Benjamin op zee (Bidloo, 4).

Omstreeks 1670 moet Geertruijt van Halmael een gedicht geschreven hebben voor Johannes Antonides van der Goes, die haar als dank zijn omvangrijke poëem De Ystroom (1671) toestuurde, met een gedicht. Van haar schaarse bekende gedichten is er maar één gedateerd, op 1698: Algemeene vreugde, een kort zinnespel (allegorisch spel) ter gelegenheid van de 47ste verjaardag van stadhouder-koning Willem III. Zij is daarmee de eerste Nederlandse schrijfster van een zinnespel. Blijkens een ongedateerd gedicht van Willem den Elger schreef zij – in ieder geval voor 1703, Den Elgers sterfjaar – nog een tweede zinnespel, Byeenkomst van Blydschap en Verlangen, ter gelegenheid van ‘de thuiskomst van Antonio le Maire bij zijne huisvrouw’ (Den Elger, 95). Wellicht was Maire beroepshalve veel op reis. De tekst van de Byeenkomst is niet overgeleverd. Eveneens ongedateerd is Van Halmaels bijdrage aan het ‘stamboek’ van Joanna Koerten. Haar ondertekening van twee van deze gedichten – Halmale in plaats van Halmael – verwijst waarschijnlijk naar haar afkomst: Geertruijts verre, adellijke voorouders in de Zuidelijke Nederlanden heetten De Halmale.

Uit enkele van zijn gedichten blijkt dat Willem den Elger goed bevriend was met Geertruijt van Halmael en haar echtgenoot. Ook de schrijver Lambert Bidloo, die een gedicht aan Antony Maire schreef ter gelegenheid van Geertruijt van Halmaels zinnespelletje Algemeene vreugde, lijkt met hen op vriendschappelijke voet gestaan te hebben. Of Van der Goes zich eveneens tot de intieme vriendenkring mocht rekenen, is niet bekend.

In maart 1708 overleed Antony Maire en werd hij vanaf de Rozengracht begraven in de Nieuwezijdskapel. Geertruijt van Halmael bleef wonen op de Rozengracht vanwaar zij het jaar daarop opnieuw trouwde, nu met de weduwnaar Andries Hoflant, advocaat bij het Hof van Holland. Hoflant was in 1707 uit zijn ambten van advocaat-fiscaal en procureur-generaal gezet na een schandaal vanwege zijn – nogal onverkwikkelijke, zo niet frauduleuze – betrokkenheid bij het huwelijk tussen zijn zoon en de welgestelde Sophia van Noortwijck, die onder meer wegens overspel verwikkeld was geweest in een geruchtmakend schandaal.

In oktober 1710 lieten Geertruijt van Halmael en Andries Hoflant in Den Haag hun huwelijkse voorwaarden openen die ze het jaar daarvoor in Amsterdam hadden opgesteld en laten verzegelen. Niet alleen waren zij niet in gemeenschap van goederen getrouwd, maar ook had Geertruijt van Halmael alle rechten aan zich gehouden die gewoonlijk bij een huwelijk aan de man toevielen, zoals het beheer van haar bezittingen. Weer een jaar later liet zij haar testament opstellen, waarbij zij haar echtgenoot als enig en universeel erfgenaam aanwees. Geertruijt van Halmael overleed in 1729, ruim een jaar voor haar man, en werd op 8 februari in de Oude Kerk in Amsterdam begraven.

Naslagwerken

Van der Aa; Lauwerkrans; NBAC.

Archivalia

  • Stadsarchief Amsterdam: DTB, Dopen 132 (Waals), p. 22, 17-11-1669 [Benjamin le Maire]; 301 (Remonstrants), p. 153, 30-11-1678 [Van Halmael, ‘huijsvrouw van Anthoni Mare’]. DTB, Trouwen 690, p. 283, 10-4-1677 [Van Halmael en Maire]; 544, p. 274, 10-5-1709 [Van Halmael en Hoflant]. DTB, Begraven 1056 (Nieuwe Kerk), p. 160, 24-11-1678 [kind van Van Halmael en Maire]; 1048 (Oude Kerk), 110v, 8-2-1729 [Van Halmael]; 1070 (Nieuwezijdskapel), p. 81, 30-3-1708 [Maire]. Notarieel Archief, not. Corn. Winter (1-6-1709: huwelijkse voorwaarden).
  • Haags Gemeentearchief: DTB, Trouwen Van Halmael en Hoflant. DTB, Begraven Anna Maria Godin [vr. van Hoflant], d.d. 24-3-1702; Andries Hoflant, d.d. 24-3-1730. Notarieel Archief 1070 (not. D. van der Werve), fol. 457 [huwelijkse voorwaarden], 459, en 483 [testament].
  • Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: dossier Van Halmael.

Publicaties

  • G. van Halmale, Algemeene vreugde, ter altyd aangenaame gedachten van het 47ste verjaaren der allerdoorluchtigste majesteit William, koning van Engeland [...] en alle de herten zyner onderdaanen (Amsterdam 1698) [Knuttel Pflt. 14396a] [zinnespel op de Vrede van Rijswijk].
  • G. van Halmale, [opdrachtgedicht (1698) voor Willem III, handschrift meegebonden met Algemeene vreugde, ex. Koninklijke Bibliotheek, Den Haag].
  • Geertruyd van Halmael, ‘Op de nooit gehoorde schaarkunst van juffrou Joanna Koerten’, in: Gedichten op de overheerlyke papiere snykunst van wyle [...] Joanna Koerten [...], gedrukt na het origineel stamboek (Amsterdam 1736) 54-56.

Literatuur

  • Johannes Antonides van der Goes, Gedichten (Amsterdam 1685) 267.
  • L. Bidloo, ‘Aan den heere Anthonio Maire’, in: G. van Halmale, Algemeene vreugde (Amsterdam 1698) 3-5.
  • Willem den Elger, Gedichten en Rotterdamsche Arcadia (Amsterdam 1726) 95-99 (= ‘Aan de geestrijke juffr. Geertruid van Halmale’).
  • De Navorscher 48 (1898) 456 [Hoflant].
  • Eduard van Biema, ‘De geschiedenis van Sofia van Noortwijck’, Die Haghe (1911) 1-129, aldaar 76-95 [over Hoflant].
  • Nederland’s Patriciaat 26 (1940) 60-64, aldaar 62 [ouders].
Illustratie

Titelpagina van Geertruid Halmale, Algemeene vreugde (ter ere van 47ste verjaardag van Willem III), 1698 (Koninklijke Bibliotheek, Den Haag).

Auteur: Anna de Haas

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 342

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.