Lindenaer, Johanna Dorothea (1664-1737?)

 
English | Nederlands

LINDENAER, Johanna Dorothea, vooral bekend als Johanna Dorothea van Zoutelande of Madame de Zoutelandt (geb. tussen 23-10 en 2-11-1664 – gest. 1737?), vermeend landverraadster, vertaalster en schrijfster van memoires. Dochter van Herman Joost Lindenaer (gest. ca. 1682), kapitein in het Staatse leger, en Dorothea van Wijnbergen (gest. 1668). Johanna Dorothea trouwde (1) in 1692 in Deventer met Zeger van Zoutelande (gest. 1700?), kapitein in het Staatse leger; (2) met Vogler, kapitein in het Staatse leger; (3) vóór 1727 in Frankrijk met Boisson, ingenieur. Uit huwelijk (1) werd mogelijk 1 dochter geboren.

Over het leven van Johanna Dorothea Lindenaer is weinig met zekerheid te zeggen, vooral vanwege de vele mystificaties in onder meer haar eigen Mémoires (1710). Bekend is dat zij een broer had, Johan (gest. 1724), en dat zij als jong meisje, waarschijnlijk vanaf 1672, in Den Haag woonde bij haar stiefmoeder, Catharina Schripkin. Van laatstgenoemde nam Johanna Dorothea in 1689 een zekere ‘negotie op Amsterdam en verder’ over (Van Oostrum, 62). In 1692 zou zij in Deventer getrouwd zijn met Zeger van Zoutelande maar een bewijs hiervoor is (nog) niet gevonden. In 1699 raakte Zeger in Den Haag verwikkeld in een duel. Overtuigd dat hij zijn tegenstander had gedood, vluchtte Zeger met Johanna naar de vrijplaats Vianen, waar hij het jaar daarop zou zijn overleden. Althans, dat beweert Johanna in haar Mémoires. Van hun verblijf in Vianen noch van dit overlijden is tot op heden een bewijs gevonden.

Op 23 maart 1703 werd de 38-jarige Lindenaer, zich noemende weduwe Van Zoutelande, in Maastricht gearresteerd en gevangengezet in de Sint Pieterspoort. Zij werd ervan beschuldigd een zekere Johan van der Nypoort te hebben aangezet tot het opblazen van het wapenmagazijn van het Staatse leger in de vestingstad Luik, waar hij commies was. Gezien de oorlogssituatie – het waren de jaren van de Spaanse Successieoorlog (1702-1713) – zou zo’n daad gelijk staan aan landverraad. Terwijl de militair gouverneur van Maastricht hierover informatie uitwisselde met de Staten-Generaal in Den Haag werd Lindenaer meer dan twintig maal verhoord; drie keer met de scherprechter erbij. Zij had echter op alle vragen een passend antwoord. Zij insinueerde dat Van der Nypoort zijn verhaal uit wraak de wereld had ingestuurd omdat ze niet op zijn avances was ingegaan. Dat zij er een ‘seksueel losse levensstijl’ op nahield – zoals Van der Nypoort in zijn getuigenverklaring suggereerde – weersprak ze overigens niet.

Uiteindelijk is het nooit tot een concrete aanklacht gekomen. Na anderhalf jaar gevangenschap wist Lindenaer in de nacht van 13 op 14 september 1704 met hulp van ene kapitein Vogler te ontsnappen uit de Sint Pieterspoort, zonder ook maar iets te hebben bekend. Dat Willem van Zoutelande, broer van Zeger en kort daarvoor benoemd tot groot-majoor in Maastricht, betrokken is geweest bij haar ontsnapping kan slechts worden vermoed. Enkele weken later dook Lindenaer op in Parijs, waar zij zich al spoedig bekeerde tot het rooms-katholicisme, aldus terugkerend, zoals ze later zei, ‘dans la Religion de mes ancêtres’ (tot het geloof van mijn voorouders) (La Babylone demasquée, ‘Préface’). Mogelijk is het in deze periode tot een huwelijk met Vogler gekomen (CBG, Dossier Lindener).

In Frankrijk ontpopte Johanna Lindenaer zich onder de naam ‘Madame de Zoutelandt’ als schrijfster en vertaalster. Vermoedelijk voorzag zij op die manier in haar onderhoud. Haar eerste boek, verschenen in 1709, was de vertaling van een republikeins tractaat van Pieter de la Court, Aanwijsing der heilsame politike gronden en maximen (1669). In 1710 volgden haar Mémoires, waaraan zij in de Sint Pieterspoort was begonnen. In La Babylone demasquée (1727), een oorspronkelijk werk, legt Lindenaer rekenschap af van haar bekering tot het katholicisme. Blijkens het ‘Préface’ was zij ‘en secondes noces’ (in tweede huwelijk) getrouwd met Sieur Boisson, ‘ingénieur du Roi’. Uit datzelfde ‘Préface’ is ook op te maken dat het boek al in 1723 was voltooid, maar dat het door langdurige ziekte van de schrijfster was blijven liggen.

Naar het zich laat aanzien is Johanna Dorothea Lindenaer nooit meer naar de Republiek teruggekeerd. Zij is vermoedelijk in Frankrijk overleden. Haar Mémoires zijn slechts zeer gedeeltelijk op hun waarheidsgehalte getoetst. Hora Siccama (p. 221) concludeerde in 1905 dat deze ‘zo niet als een zuivere bron, dan toch als ene pikante bijdrage voor de kennis der geschiedenis van haar tijd’ te beschouwen zijn, terwijl Munsters ze in 1972 zag als een ‘zonderlinge combinatie van verzinsel en waarheid’ en in hun geheel ‘toch als gelogen en gefantaseerd’ (kol. 61).

Naslagwerken

Egodocumenten.

Archivalia

CBG, Den Haag: Dossier Lindener. Zie verder de noten bij het artikel van Van Oostrum (2002).

Publicaties

  • M. de *** vert., Memoires de Jean de Wit, grand pensionnaire de Hollande (z.p. [Den Haag] 1709) [vertaling van  Aanwysing der heilsame politike gronden en maximen van de republike van Holland en West-Vriesland van Pieter de la Court (1669), indertijd vooral toegeschreven aan Johan de Witt].
  • Mémoires de la famille & de la vie de Madame *** ; contenant plusieurs particularitez du gouvernement de la république de Hollande; et plusieurs intrigues de cette province, et de la cour du prince d’Orange, et de quelques princes d’Allemagne (Den Haag 1710) [autobiografie].
  • [de Zoutelandt], La Babylone démasquée, ou Entretiens de deux dames hollandoises sur la religion catholique romaine, et sur les motifs qui doivent engager à l’embrasser, et à renoncer aux sectes qui luis sont contraires, notamment au calvinisme (Parijs 1727).
  • Madame de Zoutelandt vert., Eloge de la medecine et de la chirurgie. Deffense de la medecine contre les calomnies de Montagne, en forme de dialogue, par le Sr Beeverwyk (Parijs 1730) [vertaling van J. van Beverwijck, Lof der medicine (1635), Lof der chirurgie (1635), Bergh-val, ofte Wederlegginge van Michiele de Montaigne (1642). De Franse uitgave bevat tevens een onbetrouwbare ‘Généalogie de la Dame de Zoutelandt’].
  • Madame de Zoutelandt vert., Lettres de la très fameuse demoiselle Anne-Marie Schurmans, academicienne de la fameuse Université d’Utrecht (z.p. 1730) [vertaling van twee brieven uit Van Beverwijcks ‘Traité de la Peste’, van wie ook een ‘Introduction aux medicamens d’Hollande’ is toegevoegd].

Literatuur

  • J.H. Hora Siccama, ‘Mevrouw van Zoutelande en hare gedenkschriften’, Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde, 4de reeks (1905) 123-221.
  • A.J. Munsters, ‘Een voorgewende ontvoering’, De Maasgouw 91 (1972) 43-63.
  • Pim van Oostrum, ‘Verdacht van een “pernitieus en detestabel” voornemen’, in: Anna de Haas red., Achter slot en grendel. Schrijvers in Nederlandse gevangenschap 1700-1800 (Zutphen 2002) 59-66.

Auteur: Anna de Haas

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 405

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.