Does, Machteld Marijnsdr. van der (?-1441)

 
English | Nederlands

DOES, Machteld Maurijnsdr. van der (gest. Leiden 15-8-1441), abdis van het klooster Leeuwenhorst. Dochter van Maurijn II van der Does (gest.1432), heer van Biggekerke en Krommehoek en N.N. Jansdr. van den Woude.

Machteld van der Does was een nicht van Badeloge van der Does (gest. 1412), abdis van Leeuwenhorst. In 1407 wordt zij voor het eerst vermeld in de archiefstukken van dit klooster; ze is dan kloosterzuster. In 1424/25 wordt ze genoemd als celleraria (keldermeesteres). In Leeuwenhorst beschikte de celleraria over een eigen budget: ze was verantwoordelijk voor de aankopen van voedsel en drank en hield toezicht op de uitdeling van brood en wijn. Voor de celleraria gold geen zwijgplicht, zoals voor de andere zusters, en ze mocht het klooster verlaten. Uit de kloosterrekeningen blijkt dat Machteld van der Does de beschikking had over een eigen paard. Dit is opvallend, want het was kloosterlingen niet toegestaan privébezit te hebben. Vermoedelijk met dit paard bracht zij rond 1426 een bezoek aan het cisterciënzerklooster te Kamp in Duitsland, dat toezicht hield op Leeuwenhorst. Waarschijnlijk moest zij advies inwinnen over de vraag welke positie het klooster moest innemen in het conflict tussen Jacoba van Beieren en Filips van Bourgondië.

Machteld van der Does werd in 1428 verkozen tot nieuwe abdis van Leeuwenhorst. In die functie viel zij op door haar vrijgevigheid. Zo schonk zij rond 1440 aan Gerrit ambachtsheer van Poelgeest twee met goud en zilver versierde beurzen. Ook schonk zij een zeer kostbare waterpot aan het kind van haar rentmeester. Aan Baartgen, haar kamenier, gaf zij bij de beëindiging van haar dienstverband meer dan een half jaarsalaris ten geschenke.

In haar periode als abdis werd Machteld van der Does gekweld door ziekte, en misschien daarom bezocht zij meerdere bedevaartplaatsen. Kort voor haar dood maakte ze nog een bedevaart naar het Heilig Bloed in Alkmaar. Zij stierf op 15 augustus 1441 in Leiden, waar zij veel familie had wonen. Voor haar begrafenis werden hoge kosten gemaakt: haar doodskist was veel duurder dan die van andere abdissen, en in de rekeningenboeken wordt alleen bij haar begrafenis een hoeveelheid kaarsen vermeld, aangekocht om het klooster te verlichten. machteld van der Does werd bijgezet in de kapittelzaal naast haar tante Badeloge van der Does en kreeg een eigen grafbord. Voor de verbouwing van deze kapittelzaal had zij geld nagelaten.

Naslagwerken

NNBW.

Archivalia

Nationaal Archief, Den Haag: toegang 3.18.17.01, Inventaris van de stukken afkomstig van de Abdij Leeuwenhorst; toegang 3.18.17.02, regesten van het Archief der Voormalige Abdij Leeuwenhorst te Noordwijkerhout.

Literatuur

  • Geertruida de Moor, ‘Het cisterciënzerinnenklooster Leeuwenhorst (1261-1574) en de families Van der Does en Van den Woude’, De Nederlandsche Leeuw 104 (1987) 47-68.
  • Geertruida de Moor, Verborgen en geborgen. Het cisterciënzerinnenklooster Leeuwenhorst in de Noordwijkse regio (1261-1574) (Hilversum 1994).

Auteur: Peter Mreijen

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.