Pater, Neeltje (1730-1789)

 
English | Nederlands

PATER, Neeltje (geb. Broek in Waterland 7-2-1730 – gest. Broek in Waterland 8-3-1789), vermogende koopmansvrouw. Dochter van Cornelis Dirksz. Pater (1685-1762), reder, en Annetje Muus Mars (1698-1730). Neeltje Pater trouwde op 2-11-1766 in Broek in Waterland met Cornelis Cornelisz. Schoon (1719-1778), koopman. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Neeltje Pater werd geboren in een rijke en vooraanstaande familie in Broek in Waterland. Haar vader, grootvader en overgrootvader waren in hun tijd burgemeester of schepen van Broek in Waterland geweest. Ook haar moeder, die kort na Neeltjes geboorte stierf, kwam uit een gegoede familie. Met haar oudere zuster Eegje (geb. 1721) groeide Neeltje op onder de hoede van haar vader. In 1741 – zij was elf – viel haar een eerste erfenis ten deel: haar oudoom Gerrit Cornelisz. Pater liet zijn vermogen na aan Neeltje en Eegje, zij het onder de last van fideï-commis. In 1744 waren beide meisjes erfgenaam van hun oom Claas Dirksz Pater en in 1753 erfde Neeltje van haar tante Trijntje Muus Mars een huis met erf. In 1762, bij het overlijden van haar vader, groeide haar vermogen nog verder. Cornelis Koker, toenmalig burgemeester van Broek in Waterland, wikkelde de verdeling van die laatste nalatenschap zo goed af dat Neeltje hem vervolgens benoemde tot haar executeur-testamentair.

In 1766 trouwde Neeltje Pater onder huwelijkse voorwaarden met Cornelis Schoon. Hij was koopman, tekenaar en dichter, later ook schepen en burgemeester van Broek in Waterland. Het is onduidelijk in hoeverre Neeltje zelf actief was als koopvrouw en reder. Het verhaal gaat dat zij kaperschepen uitreedde, maar dit verhaal kan ook zijn ontstaan in een poging om haar puissante rijkdom te verklaren.

In 1770 stierf haar zus Eegje kinderloos; Neeltje was haar enige erfgename. Acht jaar later overleed haar man, en in 1785 erfde Neeltje een huis van haar nicht Geertje Claasdr. Pols. Haar rijkdom begon nu algemene bekendheid te krijgen. Toen stadhouder Willem V met zijn gezin in 1788 Broek in Waterland bezocht, nam Neeltje Pater de kosten voor haar rekening van de ontvangst en van de gedenkpenning die na afloop werd geslagen. Ook schonk zij een vlag voor op de kerktoren en een met honderdvijftig lampions verlichte ereboog op het kerkplein. Het prinselijk gezelschap vereerde Neeltje Pater met een bezoek: het gebruikte bij haar enige ‘verversingen’. Voor de zeer oranjegezinde Neeltje – zij had oranjekokardes en meerdere portretten van Willem V in huis – moet dat bezoek een hoogtepunt in haar leven zijn geweest. Het jaar na deze gedenkwaardige gebeurtenissen stierf Neeltje Pater. Zij werd begraven in de gereformeerde kerk van Broek in Waterland, waar zich nog altijd haar grafsteen bevindt.

De nalatenschap

Neeltje Pater had wel een testament gemaakt, maar geen beschikking voor het geval zij kinderloos zou overlijden. Op de dag van haar dood liet zij alsnog een codicil opstellen met de bepaling dat haar nalatenschap deels zou gaan naar een speciaal op te richten fonds, waaruit tot in de eeuwigheid jaarlijks een bedrag aan de armen van Broek in Waterland geschonken zou worden. Dit fonds is er inderdaad gekomen en pas zo’n twee eeuwen later opgeheven, toen de laatste beheerder het overhevelde naar de gemeentelijke sociale dienst (Meder, 476-477).

Een serieus probleem was de vraag wie haar vermogen zou erven. Blijkbaar wist Neeltje niemand te noemen, want zij bepaalde slechts dat zij dat naliet aan ‘hare erfgenamen die bevonden zullen worden hare erfgenamen te zijn’. En haar vermogen was groot: 4.092.781 toenmalige Hollandse guldens volgens de taxatie. Het omvatte (Engelse) effecten, VOC-aandelen, banksaldo’s ter waarde van zeshonderdduizend gulden en drie huizen in Broek in Waterland, gevuld met meubels, porselein, linnengoed, sieraden en schilderijen, en een stal met daarin een arreslee. De inventaris van de huishoudelijke inboedel alleen al beslaat 57 foliovellen.

Aan burgemeester Koker viel de taak toe om de juiste erfgenamen van Neeltje Pater te vinden. Volgens het toenmalig erfrecht zouden alle erfgenamen binnen de vijfde graad gelijkelijk delen, maar zulke erfgenamen waren er niet. Daarna kwamen de zesdegraads verwanten in aanmerking, dan de zevendegraads enzovoorts. De beste papieren had Trijntje Schoon, in de zevende graad verwant via moederszijde en in de achtste via vaderszijde. De volgende kandidaat was Simon Bakker, in de achtste graad verwant via vaderszijde. Uiteindelijk werd besloten dat Trijntje Schoon en Simon Bakker gelijkelijk zouden erven. In maart 1790 werden beiden door schout en schepenen van Broek in Waterland bij akte erkend als enige rechthebbenden op de nalatenschap. Aan hen is de erfenis dan ook uitgekeerd.

Van het begin af aan zijn er geruchten geweest dat er nog fondsen waren die onbeheerd waren gebleven. Ook ging het verhaal dat er geld van Neeltje Pater op de Bank of England stond dat niet was uitgekeerd. En omdat de twee erfgenamen nogal verre verwanten waren, doken er al snel mensen op die een nauwere verwantschap met Neeltje Pater claimden. Zo werden er nog tot in de jaren dertig van de twintigste eeuw processen gevoerd om haar nalatenschap. Ook zijn er meerdere verenigingen ‘Neeltje Pater’ geweest, meestal met het doel om uit te zoeken of er nog geld te claimen was. Die tijd is voorbij. De in 1985 opgerichte Familie Organisatie Pater houdt zich bezig met de genealogie en geschiedenis van Neeltjes achternaamgenoten. In 1987 schreef Ivo de Wijs een sonnet op haar nalatenschap: ‘Dat geld is weg, maar Neeltje treft geen blaam/ Zij liet per slot iets achter voor ons allen:/ Wij erfden haar Historie en haar Naam!’ (Bouma, 52).

Literatuur

  • W. van Engelenburg, Geschiedenis van Broek in Waterland, van de 16e tot het begin der 19e eeuw (Haarlem 1907).
  • J. Westerveld en C. Pater, De erfenis van vrouwe Neeltje Pater, weduwe Cornelis Cornelisz Schoon (Amsterdam 1938).
  • J.W. Niemeijer, ‘De inboedel van Neeltje Pater’, Broeker Bijdragen 7 (1974) 30-33.
  • A.P. Bruigom, Waterland, getekend door Cornelis Schoon 1719-1778 (Alphen a/d Rijn 1979).
  • J.W. Niemeijer, ‘Twee bezoeken van stadhouder Willem V’, Broeker Bijdragen 23 (1982) 153-159.
  • E.T.R. Unger, ‘De vererving van de nalatenschap van Neeltje Pater’, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie en van het Iconographisch Bureau (1986) 235-256.
  • Japke-D. Bouma, ‘De mythe van de schat van Neeltje Pater. Het geld, de erfgename en de fortuinjagers’, Jaarboek voor Vrouwengeschiedenis 17 (1997) 51-54 [op 52 het sonnet van Ivo de Wijs].
  • T. Meder, Vertelcultuur in Waterland. De volksverhalen uit de collectie Bakker in hun context, ca 1900 (Amsterdam 2001).
  • www.fam-org-pater.nl

Illustratie

Portret door onbekende schilder. Het is jarenlang doorgegaan voor Neeltje Pater en hing als zodanig in het voormalige Restaurant dat naar haar was genoemd. Volgens het RKD is het schilderij te dateren rond 1848, en kan het daarom Neeltje Pater niet voorstellen. Huidige verblijfplaats onbekend (Foto: www.neeltjepater.nl/).

Auteur: Wouter van Kranendonk

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 503

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.