Snabilie, Maria Geertruij (1773-1838)

 
English | Nederlands

SNABILIE, Maria Geertruij (ged. Haarlem 28-4-1773 – gest. Haarlem 7-2-1838), schilderes en tekenares van bloemen, vruchten en dieren. Dochter van Louis Christoffel Snabilie (1733/34-1784), bediende, en Helena Francisca Kramer (1737/38-1794). Maria Geertruij Snabilie trouwde op 3-4-1796 in Haarlem met Pieter Bartholomeusz. Barbiers (1771-1837), schilder en tekenmeester. Na 1 voorhuwelijkse dochter werden uit het huwelijk nog 4 dochters en 3 zoons geboren, van wie 1 zoon jong overleed.

Maria Geertruij was de enige dochter in het gezin van de Zwitser Louis Snabilie en Helena Kramer, die beiden voor hun huwelijk in dienst waren geweest van een Amsterdamse koopman (Isaac Frémaux) aan de Keizersgracht. Maria Geertruij en haar vier broers, van wie er twee jong stierven, moeten in Haarlem zijn opgegroeid – daar werden ze luthers gedoopt. Ze was hoogstens twintig jaar oud toen zij een relatie kreeg met de schilder Pieter Barbiers. Pieter, van huis uit rooms-katholiek, werd op 30 januari 1794 aangenomen in de lutherse gemeente van Haarlem. Blijkbaar was hij bereid omwille van de liefde over te gaan op een ander geloof – hoewel hij zelf beweerde dat hij dat anders ook wel gedaan zou hebben. Zijn vader was het hier geenszins mee eens, zoals blijkt uit het beroep dat de toen nog minderjarige Barbiers jr. op 19 maart 1795 deed op de Haarlemse stadsraad, omdat zijn vader weigerde zijn ‘voor God gesloten huwelijk’ met Maria Geertruij ‘door de wereldlijke overheid openlijk’ te laten wettigen. Ook blijkt uit dit beroep dat het paar op dat ogenblik al een kind (een dochter) had: het gevolg, zoals Pieter het omschreef, van een zwak moment ‘waarin de macht der liefde ons bedwelmde’ (brief aan de stadsraad d.d. 19-3-1795). Ondanks de protesten van vader Barbiers trouwden Maria Geertruij en Pieter jr. op 3 april 1796 in Haarlem voor de wet. In de daaropvolgende jaren werden nog vier dochters en twee zoons geboren (een derde zoon stierf waarschijnlijk als kind). In 1806 woonde het gezin in de Jansstraat en in 1819 in de Kleine Houtstraat.

Waarschijnlijk schilderde Maria Geertruij Snabilie al voor haar huwelijk. Het Rijksprentenkabinet in Amsterdam bezit een aan haar toegeschreven aquarel van een Massonia Africana (een lelie-achtige bloem), met het opschrift 'M.G.S. Ad viv. del. 1789'. Snabilie was in 1789 vijftien of zestien jaar oud en de aquarel oogt inderdaad als een jeugdwerk. Van haar zijn vooral aquarellen bekend van bloemen, vruchten en dieren – haar echtgenoot schilderde vooral landschappen, historiestukken en genrestukken. Uit de catalogus van de kunstverzameling van Pieter Barbiers, opgesteld na zijn dood in 1837, blijkt dat Maria Geertruij vele studies naar de natuur maakte. Mogelijk bezocht zij daarvoor de bollenkwekers aan de Kleine Houtweg, in het verlengde van de Kleine Houtstraat. Een aquarel van een ‘Roos welke in het jaar 1811 in de omstreken van Haarlem aan de wilgenbomen bloeide’ en die in de catalogus van Frederik Muller uit 1884 omschreven staat als ‘Anomalie botanique’ geeft aan dat zij erop uit trok om bloemen te bestuderen (Femmes artistes, 2). Ze heeft verschillende malen geëxposeerd op de Amsterdamse tentoonstellingen van Levende Meesters.

Maria Geertruij Snabilie stierf op 7 februari 1838 ‘des namiddags te drie ure’ thuis aan de Kleine Houtstraat, ‘nalatende kinderen en vaste goederen’, aldus de overlijdensakte. Van haar zeven kinderen zouden zoon Pieter (1798-1848) en dochters Maria Geertruida (1801-1879) en Cecilia Geertruij (1809-1850) ook gaan schilderen. Het is aannemelijk dat zij het vak hebben geleerd van hun ouders. Snabilie zelf raakte nagenoeg in de vergetelheid, al waren in de twintigste eeuw op enkele exposities aquarellen van haar hand te zien.

Naslagwerken

Van der Aa; Van Eijnden en Van der Willigen [onder P. Barbiers Bartsz en zelfst. in aanh.]; Hostyn/Rappard; Immerzeel [onder P. Bartsz Barbiers]; Lexicon Noord-Nederlandse kunstenaressen; NNBW [onder P. Barbiers 3]; Petteys; Scheen; Thieme; Verwoert; Wurzbach.

Archivalia

  • Stadsarchief, Amsterdam: DTB [ondertrouw ouders]; Notarieel Archief, notaris Cornelis van Homrigh, 17-4-1762 [trouwbelofte en testament ouders].
  • Noord-Hollands Archief, Haarlem: DTB, Dopen, Lutherse Gemeente [28-4-1773]. BS, Schepenhuwelijk en Overlijden [hier staat abusievelijk 25-4-1775 als geboortedatum. Het is gezien de doopdatum wel waarschijnlijk dat Maria Geertruij op 25 april werd geboren. NB in maart 1775 werd een broer van Maria Geertruij gedoopt]. Stadsarchief Haarlem, Rood 560 (Ingekomen stukken 1788-1813), p. 178-183 [brief Pieter Barbiers aan de stadsraad, d.d. 19-3-1795).
  • Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: familieadvertenties Barbiers en Snabilié.

Werk

Werk van Snabilie bevindt zich in het Rijksprentenkabinet (Amsterdam), Teylersmuseum (Haarlem), collecties van particulieren en de kunsthandel.

Literatuur

  • Opregte Haarlemsche Courant, 6-12-1794; 14-9-1837; 10-2-1838.
  • Catalogi van de tentoonstellingen van Levende Meesters, gehouden in Amsterdam in de jaren 1814, 1818 en 1820.
  • Catalogus van […] schilderijen, […] teekeningen […] fraaije geëtste en andere prenten […] alles nagelaten door wijlen den heer P. Barbiers Bz., kunstschilder en teekenmeester. Veilingcatalogus, Haarlem 1837 (Lugt nr. 14889).
  • Les femmes artistes. Catalogue d’une collection unique de dessins, gravures et eaux-fortes, composes ou executes par des femmes. Tentoonstellingscatalogus Frederik Muller & Co (Amsterdam 1884) 2, nrs. 13-14.
  • L.J. Bol, Bekoring van het kleine. Tentoonstellingscatalogus Dordrechts Museum (Dordrecht 1959) 20, nr. 12.
  • H. van Hall, Portretten van Nederlandse beeldende kunstenaars: repertorium (Amsterdam 1963) 13, 310.
  • D. de Hoop Scheffer e.a., Gids voor het Rijksprentenkabinet: een overzicht van de verzamelingen met naamlijsten van graveurs en tekenaars (Amsterdam 1964) 185.
  • S. Segal, Boeket in Willet. Nederlandse bloemstillevens in de achttiende en de eerste helft van de negentiende eeuw. Tentoonstellingscatalogus Museum Willet-Holthuysen, Amsterdam (Amsterdam 1970) nr. 6.
  • F. Lewis, A dictionary of Dutch and Flemish flower, fruit & still life painters, 15th to 19th century (Leigh-on-Sea 1973) 67.
  • P. Mitchell, European flower painters (Londen z.j. [1973]) 235-236.
  • R.E. Jellema, Herhaling of vertaling? Natekeningen uit de achttiende en negentiende eeuw. Tentoonstellingscatalogus Teylers Museum Haarlem (Heemstede 1987) 55, nr. 44.
  • Leslie A. Schwartz, The Dutch drawings in the Teyler Museum, deel 4: Artists born between 1740 and 1800 (Haarlem/Gent 2004) 57, 406-408.
  • N. Köhler red., Painting in Haarlem, 1500-1850: the collection of the Frans Hals Museum (Haarlem/Gent 2006) 366, 383.

Illustratie

Portret, door Pieter Bartholomeusz. Barbiers III, ca. 1826 (Frans Hals Museum, Haarlem / foto Tom Haartsen).

Auteur: Marloes Huiskamp

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 613

laatst gewijzigd: 23/11/2019

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.