Stinstra, Baudina (1739-1821)

 
English | Nederlands

STINSTRA, Baudina (geb. Harlingen 26-4-1739 – gest. Harlingen 13-8-1821), amateurtekenares. Dochter van Gooitjen Stinstra (1703-1764?), arts, en Anna Willems Mouter (1711-1782). Baudina Stinstra trouwde op 11-6-1769 in Harlingen met Jelle Wildschut (1741-1814), koopman. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Baudina Stinstra groeide op aan het Noordijs te Harlingen, als tweede kind en oudste dochter in een gezin van vier jongens en twee meisjes. Haar jongste broer stierf als kind. Baudina’s vader, arts van beroep, stamde uit een welvarende, doopsgezinde koopmansfamilie, en haar moeder was een rijke koopmansdochter. Waarschijnlijk heeft Baudina in het kader van haar opvoeding tekenlessen gehad. In het welgestelde doopsgezinde milieu van Harlingen speelden kunst en literatuur een belangrijke rol en dat gold zeker voor de familie Stinstra, waarin theologen, schrijvers, en boek- en kunstverzamelaars te vinden waren. Baudina’s vroegst bekende werk zijn twee tekeningen uit 1764 en 1765: kopieën naar prenten naar Abraham Bloemaert, voorstellende ‘De maand april’ en ‘De maand mei’. Uit 1767 zijn twee tekeningen van de Blauwbrug in Amsterdam bewaard, gekopieerd naar prenten naar Jacob van Ruisdael. Wellicht waren de gekopieerde prenten in het bezit van haar vader, haar broer Simon (1735-1782) of haar oom, de omstreden predikant Johannes Stinstra (1708-1790), die allen een omvangrijke bibliotheek hadden waarin ongetwijfeld prentwerken zaten.

In 1768 werden Baudina Stinstra en haar zuster Catharina (1743-1814) ieder afzonderlijk geportretteerd door de Duitse schilder Hendricus Baur, die zich in Harlingen had gevestigd. Baudina draagt hierop een ‘Duitse’ luifelhoed, in die tijd veel gedragen door welgestelde Friese dames. Omdat Baudina en Catharina allebei een jaar later zouden trouwen, is gesuggereerd dat het verlovingsportretten zijn. Baudina’s bruidegom was Jelle Wildschut, een welgesteld Harlings koopman die tot hetzelfde sociale netwerk behoorde als de Stinstra’s. Het paar, dat kinderloos zou blijven, bezat de nodige panden en landerijen en volgens een belastingopgave uit 1796 zou Jelle in dat jaar zelfs de rijkste man van Harlingen zijn geweest. De reis van een maand die Baudina en Jelle in 1783 met onder anderen haar broer Simon en diens vrouw door de Zuidelijke Nederlanden maakten, konden zij zich dan ook gemakkelijk veroorloven. Van Baudina is slechts één tekening bekend van na haar huwelijk: een ‘Baudina Wildschut’ gesigneerde voorstelling uit 1776 van de kerk van Oldeberkoop, gekopieerd naar Cornelis Pronk. Zelf zouden Baudina en Jelle in 1805 in miniatuur zijn geportretteerd door Michael Plonski.

De doopsgezinde elite van Harlingen was ook maatschappelijk en politiek betrokken. Zo bekleedden leden van de familie Stinstra functies in de diaconie en in het bestuur van het doopsgezinde weeshuis, en hadden verschillende Stinstra’s aan het eind van de achttiende eeuw patriotse sympathieën. Baudina zelf was in 1796 een van de ondertekenaars van een petitie aan de Nationale Vergadering over het optreden van de revolutionairen in Friesland waarin aandacht werd gevraagd voor onder meer het recht van vrouwen om ongestoord over straat te kunnen gaan en voor het recht op briefgeheim.

Op 13 augustus 1821, zeven jaar na haar echtgenoot, stierf de 82-jarige Baudina Stinstra in haar ouderlijk huis aan het Noordijs. Aan familieleden, vrienden, goede doelen en personeelsleden liet ze een aanzienlijke erfenis na.

Naslagwerken

Elck zijn waarom; Lexicon Noord-Nederlandse kunstenaressen.

Archivalia

  • Tresoar, Leeuwarden: DTB, Trouwregister Gerecht Harlingen 1732-1810, inv. nr. 319 [Stinstra en Wildschut]. Toegang 30-15, inv. nr. 3004, B 34a [aangifte overlijden Baudina Stinstra].
  • Stadsarchief Amsterdam: toegang 255 (Familiearchief De Clercq), inv. nr. 959 (Stukken betr. de nalatenschap van Jelle Wildschut en Baudina Stinstra).
  • Zie voor het bezit van het echtpaar Wildschut-Stinstra ook: www.kleinekerkstraat.nl/frames.php3?cat=h&page=bewoners&lett=W

Werk

In het Stadsarchief Amsterdam worden vijf tekeningen van Baudina Stinstra bewaard, afkomstig uit de collectie Van Eeghen (zie Bakker, Fleurbaay en Gerlagh 1989).

Literatuur

  • B. Bakker, E. Fleurbaay en A.W. Gerlagh, De verzameling Van Eeghen. Amsterdamse tekeningen 1600-1950 (Zwolle/Amsterdam 1989) 206-207.
  • Y.B. Kuiper, ‘Friese kunstkabinetten en Hollandse relaties: schilderijencollecties van Stinstra’s uit Harlingen’, in: Ph.H. Breuker en A. Janse red., Negen eeuwen Friesland-Holland. Geschiedenis van een haat-liefdeverhouding (Zutphen/Leeuwarden 1997) 213-226.
  • M.-A. de Harder, ‘“Onbeholpen kopieën als tijdverdrijf”. De Friese kunstenares Baudina Stinstra (1739-1821)’, De Vrije Fries 85 (2005) 160-177.
  • H. Nijboer en Y. Kuiper, ‘Merchants, mennonites & marriages. Commercial, religious and kinship networks in the Dutch port town of Harlingen in the 17th and 18th centuries’, op: www.harlingerrijkdom.nl/merchants_mennonites_marriages.pdf (draft text).
  • H. Nijboer en Y. Kuiper, 'Stinstra', op: De priesters van de Harlinger Rijkdom. Een onderzoek naar doopsgezinden en hun netwerken.

Illustratie

Portret, door Hendricus J.A. Baur, doek, 1768, (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag).

Auteur: Marloes Huiskamp

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 525

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.