Tobisch, Anna Maria (1837-1902)

 
English | Nederlands

TOBISCH, Anna Maria, vooral bekend als Anna Collin-Tobisch (geb. Wenen 5-12-1836 – gest. Velp 29-4-1902), concertzangeres, zangpedagoge, koordirigente. Dochter van Karl Tobisch, muziekmeester, en Maria Schafarzick. Anna Tobisch trouwde op 11-8-1859 in Amsterdam met Heinrich Robert Albrecht Collin (1832-1880), orkestmeester. Uit dit huwelijk werden 3 dochters en 1 zoon geboren.

Anna Maria Theresia Tobisch werd geboren in Wenen. Zij studeerde aan het conservatorium aldaar piano bij Carl Czerny en zang bij kapelmeester Proch en de Duitse mezzosopraan Mathilde Marchesi-Graumann. In 1857-58 was zij eerste alt aan de keizerlijke opera in het Weense Kärnthnerthor Theater. In 1858 verhuisde Anna Tobisch naar Amsterdam, waar zij eerste alt werd van het Hoogduitse Operagezelschap. Een jaar later trouwde zij met de dirigent van dit gezelschap, de uit Bromberg afkomstige Robert Collin. Op hun trouwakte stond vermeld dat zij ‘zangeres’ was, maar op de geboorteaktes van haar vier kinderen kwam haar beroep niet meer voor. Toch bleef Anna Collin-Tobisch na haar huwelijk optreden, in Nederland vooral bij afdelingen van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst, maar soms ook in Wenen.

Anna Collin-Tobisch, zoals zij zich na haar huwelijk noemde, specialiseerde zich in oratoria, concertaria’s en liederen van onder meer Hiller, Mendelssohn, Spohr, Händel, Haydn en Mozart. Zij stond als soliste vaak op het podium naast de sopraan Wilhelmina Gips. Ook had zij aria’s en liederen van contemporaine componisten op haar repertoire, zoals de cantate Die heilige Nacht van Niels Gade, een aria uit Meyerbeers Le Prophète en liederen van Schumann. In 1865 gaf zij met haar echtgenoot Robert Collin twee concerten in Groningen met aria’s uit opera’s van Rossini, het drinklied uit Donizetti’s Lucrezia Borgia en liederen van Dessauer, Schubert en Heinze. Het publiek was enthousiast en beloonde haar met ‘toejuichingen en terugroeping’ (Caecilia 1865, 9). Naast dit alles werkte Collin-Tobisch geregeld mee aan liefdadigheidsconcerten.

Eind 1872 werd Anna Collin-Tobisch benoemd tot hoofddocent zang aan de Amsterdamse muziekschool van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst. Inmiddels werd ze standaard omschreven als de ‘vermaarde altzangeres en zangonderwijzeres’. De waardering voor haar werk was groot. In 1873 ontving zij uit handen van de koning ‘een gouden damesuurwerk, rijk met diamanten bezet’ (Caecilia 1873, 101). Vanaf eind jaren zeventig trad Anna Collin-Tobisch minder op. Wel gaf ze regelmatig uitvoeringen met haar dameskoor, onder meer op 28 april 1879 in het Amsterdamse Odéon: ‘Door de vrouwenkoren waren wij ook in de gelegenheid de grote gave, die de concertgeefster als onderwijzeres bezit, te bewonderen’ (Caecilia 1879, 95).

Toen haar echtgenoot in 1880 overleed, verhuisde Collin-Tobisch naar Velp, waar zij  nog geruime tijd muziekles gaf. Zij overleed in Velp in 1902, 65 jaar oud. Een jaar na haar dood werd door bevriende kunstenaars een gedenkteken op haar graf geplaatst. Het bestond uit een afgeknotte zuil, met een treurende vrouw die een lier in haar hand houdt waarvan een snaar gesprongen is. Onder haar naam stond de tekst: ‘Ihr Lied war gross und gross ihr Leid,/ Ihr Leben Kampf mit Not und Neid./ Das Leid flieht diesem Friedensort,/ Der Kampf is aus – das Lied tönt fort’.

Naslagwerken

Letzer; Viotta.

Archivalia

  • Stadsarchief Amsterdam: BS, Huwelijken dl 7, folio 50 (4-8-1859).
  • Noord-Hollands Archief, Haarlem: Huwelijksbijlagen 1859, 444.

Literatuur

  • H.J. Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant, 1850-1914 (Tilburg 1982) 105, 136.
  • H.H. Metzelaar, From private to public spheres: exploring women's role in Dutch musical life from c. 1700 to c. 1880 and three case studies (Utrecht 1999) 74, 240.
  • H.H. Metzelaar, ‘De positie van componerende en musicerende vrouwen in de negentiende eeuw’, in: L. Grijp e.a. red., Een muziekgeschiedenis der Nederlanden (Amsterdam 2001) 448-454.

Auteur: Helen Metzelaar

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 755

laatst gewijzigd: 23/03/2016

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.