Marle, Cornelia van (1661-1698)

 
English | Nederlands

MARLE, Cornelia van (ged. Zwolle 23-6-1661 – gest. Groningen 1698), amateurschilderes. Dochter van Herman van Marle (1635-1662) en Lamberta Holt (gest. 1691). Cornelia van Marle trouwde op 27-4-1697 in Windesheim met Johannes Greven (1660-1726), rector van de Latijnse school te Groningen en Zwolle. Over kinderen uit dit huwelijk is niets bekend.

Cornelia van Marle was het enige kind uit het huwelijk van Herman van Marle en Lamberta Holt. Haar vader stierf een jaar na haar geboorte, en haar moeder hertrouwde in 1665 met Geurt Greve. Uit dat huwelijk werden nog zes kinderen geboren, zodat Cornelia opgroeide in een groot gezin. Met haar halfzus Aleida Greve en met Anna Cornelia Holt en Sophia Holt ontving Cornelia vier jaar lang schilderles van de Dordtse schilder Wilhelmus Beurs (geb. 1656). Beurs schreef een instructieboek voor schilders en kunstliefhebbers onder de titel De groote waereld in ’t kleen geschildert (Amsterdam 1692), dat hij aan hen opdroeg. ‘Met aanwas van lust en ongemene voortgang voortgezet’: zo beschrijft Beurs de houding van de vier aan elkaar verwante jonge vrouwen die in Zwolle zijn leerlingengroepje vormden. Hij noemt de vier jongedames zijn ‘zeer geachte en geliefde leerlingen, mijn vermaak en krone’.

In 1686 schilderden de dilettantes alle vier een werk van ongeveer 115 bij 100 centimeter, een voor amateurs opmerkelijk groot formaat. Cornelia van Marle schilderde Diana, godin van de jacht, terwijl zij met haar hand onder de kin uitrust van de patrijzenjacht. Zij draagt een maansikkel op haar voorhoofd, een dun gewaad en pijl en boog. Zij is slechts in het gezelschap van een hazewindhond. Het schilderij lijkt gedeeltelijk onvoltooid, ofschoon het wel is gesigneerd.

Wie de drie jonge vrouwen zijn die Cornelia op haar schilderij Het theesalet (1689) heeft afgebeeld valt niet met zekerheid te zeggen, maar het meisje rechts zou haar halfzusje Aleida Greve kunnen zijn. Achter een groen opengeschoven gordijn bevinden zich drie jonge dames rond de theetafel in een kamer die is behangen met goudleer en voorzien van een prachtige schouw. De staande jongedame links biedt een kopje thee aan. Over de afgebeelde ruimte bestaat in de literatuur onduidelijkheid, maar het kan niet de stenen kamer in het Zwolse Vrouwenhuis zijn waar het al eeuwen hangt, want dit pand is pas in 1706 in bezit gekomen van de gezusters Greve. Mogelijk is het een kamer in De Gouden Kroon, de bierbrouwerij in de Voorstraat waar Cornelia werd geboren. Het werk geldt momenteel als het oudst gedateerde schilderij van een theedrinkend gezelschap van Nederland: de welgestelde jongedames zoeten het luxueuze genotmiddel met wat witte kandij van een schoteltje. Cornelia van Marle geniet dankzij dit werk de meeste bekendheid van dit groepje amateurschilderessen.

Cornelia van Marle trouwde op 35-jarige leeftijd met Johannes Greven, een neef van haar stiefvader. Het echtpaar verhuisde naar Groningen, waar Johannes rector was van de Latijnse school. Later bekleedde hij deze functie in zijn geboorteplaats Zwolle. Het is niet bekend of het echtpaar kinderen heeft gehad. Op 16 januari 1698 maakte Cornelia in Groningen een gesloten testament op dat op 25 juli in Zwolle in bijzijn van haar weduwnaar en drie halfzusjes Greve werd geopend. In de tussentijd moet zij dus zijn overleden.

Naslagwerken

DWA; Elck zijn waerom; Thieme; Vrouwen en kunst in de republiek; Zwols Biografisch Woordenboek.

Archivalia

Collectie Overijssel, locatie Zwolle : DTB-boeken Zwolle, toegang 0709, inv.nr. 700; t. 0709, inv. nr. 727. N.H. gemeente Zwolle, toeg. 1140, inv.nr. 139, p. 280. Stadsarchief Zwolle, testamenten, toeg. 0700, inv.nr. 2143, p. 444-449.

Werken

Diana, 1686, en Het theesalet, 1689 (Vrouwenhuis, Zwolle).

Literatuur

  • Wilhelmus Beurs, De groote waereld in ’t kleen geschildert, of schilderagtig tafereel van ’s weerelds schilderyen, kortelijk vervat in ses boeken. Verklarende de hooftverwen, haare verscheide mengelingen in oly, en der zelver gebruik (Amsterdam 1692).
  • Catalogus van de Overijssels-Geschiedkundige Tentoonstelling van 1882 (Zwolle 1882) nr. 1244.
  • E.W. Moes, Iconographia Batava. Beredeneerde lijst van geschilderde en gebeeldhouwde portretten van Noord-Nederlanders in vorige eeuwen, deel 1 (Amsterdam 1897) nr. 2927.
  • Catalogus van de Nationale Tentoonstelling van vrouwenarbeid. Historische afdeling (Den Haag 1898) nr. 120.
  • S.J. Gudlaugsson, Gerard ter Borch II (Den Haag 1960) 293.
  • H. van Hall, Portretten van Nederlandse beeldende kunstenaars. Repertorium (Amsterdam 1963) 119.
  • J. Verbeek, ‘De beeldende kunst in Overijssel’, in: B.H. Slicher van Bath e.a. red., Geschiedenis van Overijssel (Deventer 1970) 338.
  • J.R. ter Molen, Thema Thee. De geschiedenis van de thee en het theegebruik in Nederland. Tentoonstellingscatalogus Museum Boymans-van Beuningen (Rotterdam 1978) 70, 71, 73.
  • J.R. ter Molen, Thee. Het goede leven (Utrecht/Antwerpen 1979) 136.
  • Jan ten Hove, Het Vrouwenhuis te Zwolle (Zwolle 1994).
  • Jean Streng en Lydie van Dijk, Zwolle in de Gouden Eeuw. Cultuur en schilderkunst. Tentoonstellingscatalogus Stedelijk Museum Zwolle (Zwolle 1997) 21-22.
  • Lamberthe de Jong, ‘“Mijn vermaak en kroone”, Schilderessen in het Vrouwenhuis in Zwolle’, in: E. Kloek, C. Peters Sengers en E. Thobé red., Vrouwen en kunst in de Republiek (Hilversum 1998) 55-65.
  • Machteld Löwensteyn, ‘Tekenen van oprechte genegenheid’, Kunstschrift 2 (1999) 34-35.
  • E.A. Honig, ‘“The gentle art of being ‘artistic’”. Dutch women’s creative practices in the 17th century’, Women’s Art Journal 2 (2001/2002) 31-39.
  • Jan ten Hove en Saskia Zwiers. Bier in Zwolle. De Gouden Kroon van Greve (Zwolle 2022) 66-67.

Illustratie

Het theesalet, door Cornelia van Marle, 1689 (Het Vrouwenhuis, Zwolle / foto Hans Westerink).

Auteur: Saskia Zwiers

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 381

laatst gewijzigd: 16/12/2022

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.