Nadere toegangen

 
English | Nederlands

Archieven van de Commissie van Advies voor het Ziekenfondswezen

Bijbehorend Format: Commissie van Advies voor het Ziekenfondswezen

Nadere toegang

De volgende stukken zijn bekeken:



dossier 'Waarheen in het ziekenfondswezen?'
notulen, nota's en rapporten opgesteld door diverse belanghebbenden over de toekomst van het ziekenfondswezen, 1946-1952 en z.d. (Iron Mountain, Rotterdam, KLOHIZ nr. 96, doosnr. 177);
Commissies ingesteld door de Commissie van Advies voor het Ziekenfondswezen (College voor Zorgverzekeringen, Diemen, codenummer 07.5 (6)



dossier 'Waarheen in het ziekenfondswezen?'
Dit bestand bestaat uit de volgende stukken:
nota door A.A. Snooy getiteld "Waarheen in het ziekenfondswezen?", september 1946; concept-richtlijnen van de Vereniging van Directeuren en Administrateurs van Ziekenfondsen in Nederland, 30 april 1947;
nota van C.J. van Lienden over de toekomst van het ziekenfondswezen, 7 mei 1947; verslag van een vergadering van vertegenwoordigers van de vijf ziekenfondsorganisaties over de nota-Van Lienden op 19 augustus 1948;
verslag als voor over de toekomst van het ziekenfondswezen op 19 augustus 1948 (volgend op de vorige vergadering);
verslag als voor over idem op 6 en 14 augustus 1948;
nota van J. Hendriks sr. over de organisatie van het ziekenfondswezen, 12 november 1948;
rapport van de Stichting van de Arbeid over de toekomstige organisatie van het ziekenfondswezen aangeboden aan het bestuur van de Stichting op 8 februari 1949;
commentaar op voornoemd rapport van de Federatie "V.M.Z.";
uittreksel uit het voornoemd rapport;
standpunt van het bestuur van de Federatie "V.M.Z."over voornoemd rapport;
rapport van de Katholieke Arbeidersbeweging over de positie van het katholieke ziekenfonds-wezen bezien in het licht van de toekomstige sociale verzekeringswetgeving, bestaande uit een meerderheids- en een minderheidsrapport, 23 mei 1949
NB: de minderheid was bereid mede te werken aan het ontwerp-ziekenfondswet, wat zou betekenen dat de katholieke ziekenfondsen in het kader van een unificatie zouden opgaan in een groter verband; de meerderheid wenste op principiƫle gronden katholieke ziekenfondsen;

aantekening over een bespreking van de Katholieke Raad van Overleg voor Volksgezondheid op 20 oktober 1952 over de grondslagen van het ziekenfondswezen;
artikel door NN getiteld "Problematiek der ziekenfondsverzekering";
nota door NN met gedachten over de reorganisatie van het ziekenfondswezen, z.d.;
nota behorend bij een agendapunt van een vergadering, waarschijnlijk van het Hoofdbestuur van de Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst over de taak van een ziekenfonds, z.d.;
nota door NN over de situatie rond de ziekenfondsen geschreven kort na 4 december 1922 (onvolledig).



Commissies ingesteld door de Commissie van Advies voor het Ziekenfondswezen
Gedurende zijn korte bestaan heeft de Commissie 21 commissies ingesteld. Dit waren de volgende:
I. geschil tussen Utrechtse tandartsen en de Vereniging van Utrechtse Ziekenfondsen
II. bestrijding geslachtsziekten
III. controle op tandheelkundige verrichtingen
IV. verstrekking van nieuwe en dure medicamenten
V. nieuwe overeenkomsten met vakgroep Opticiens
VI. overeenkomsten met heilgymnasten-masseurs
VII. overeenkomst tussen de algemene ziekenfondsen en de Stichting Orthobanda over de levering van steunzolen en bandages
VIII. statistiek verpleging en behandeling in ziekenhuizen
IX. honorering van huisartsen en specialisten
X. kwestie Vriezenveen
XI. tandheelkundige poliklinieken in Utrecht
XII. verzorging van lijders aan tuberculose
XIII. ziekenhuisverplegingsverenigingen
XIV. toepassing Ziekenfondsenbesluit op zeelieden
XV. voorbereiding van een nieuwe ziekenfondswet (Kleine Commissie)
XVI. tandheelkundige hulp in bedrijven aan aldaar werkzame verplicht verzekerde arbeiders
XVII. instellen van een profylaxefonds, uitbreidiing van bestaannde en invoeren van nieuwe verstrekkingen
XVIII. academische poliklinieken
XIX. personeelscommissie voor ziekenfondsaangelegenheden
XX. kinderbijslag in verband met welstandsgrens
XXI. ziekenvervoer en reiskostenvergoeding