Westrem, Fransina Jakoba van (?-1748)

 
English | Nederlands

WESTREM, Fransina Jakoba van (geb. Dordrecht? – begr. Arnhem ?-10-1748), piëtistisch dichteres en schrijfster. Zij trouwde op 6-6-1713 in Rheden met Frederik Christiaan Coets (1679-1767), predikant. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Fransina Jakoba van Westrem zou geboren zijn in Dordrecht (Ros, 119), maar daar blijkt zij onvindbaar. Vermoedelijk woonde zij op jonge leeftijd al in Arnhem of omgeving. Zij moet goed bevriend zijn geweest met de familie van de coccejaanse predikant Johannes d’Outrein, die van 1691 tot 1703 in Arnhem stond. Voor hem, zijn vrouw en hun dochters schreef zij tussen 1702 en 1731 verscheidene gelegenheidsgedichten. In het begin van de achttiende eeuw – tot in ieder geval 1705 – was Van Westrem samen met Aletta Beck de drijvende kracht achter wat zij noemde de ‘Arnhemse Maatschappij’, een vriendenkring van pastorale dichters en dichteressen.

Op 20 mei 1713 ging Fransina Jakoba van Westrem in Arnhem in ondertrouw met de predikant Frederik Christiaan Coets; ruim twee weken later werd hun huwelijk in het nabijgelegen Rheden voltrokken. Het echtpaar vestigde zich in Arnhem. Na haar huwelijk bleef Van Westrem schrijven, overigens onder haar eigen naam: veel gelegenheidsgedichten, maar ook religieuze poëzie in meer algemene zin. Het lijkdicht dat zij schreef bij het overlijden in 1729 van de theoloog Frederik Adolf Lampe, Wakkerhart of Vissersklagte, werd in 1739 gepubliceerd door de uitgever Hajo Spandaw, die het niet alleen uitgaf vanwege ‘de grote verdiensten’ van Lampe, maar ook ‘wegens de hoogachting die de edele en godvruchtige dichteresse onder alle de liefhebberen van geestelijke dichtkunde heeft’ (voorwoord Wakkerhart, A1v). Bovendien vond hij het ‘een recht meesterstuk van herder-dichten in onze Nederlandse taal’ (idem).

Van Westrem had ook vriendschappelijke relaties in de adellijke kringen van Gelderland, zoals blijkt uit bijvoorbeeld de opdracht van haar Roem des geloofs in Jesus Christus (1732) aan een vrouw die zij naar eigen zeggen van jongsaf kende: de hertogin van Tremoïlle, die ook vrijvrouwe van Doorwerth (bij Arnhem) was. En van haar Wakkerhart bestaat een exemplaar met een handgeschreven opdracht ‘met eerbied en toegenegenheid’ aan de baronesse van Reede tot Lievendaal (Koninklijke Bibliotheek, Den Haag).

Waarschijnlijk in 1731 publiceerde Fransina Jakoba van Westrem De goede strydt en gelukkige zegepraal van Hendrik te Winkel, een beschrijving van het vrome sterfbed, in november 1730, van de bijna elfjarige Hendrik. Het boekje was in de gotische letter gedrukt, wat erop wijst dat het bedoeld was voor ‘eenvoudigen’ – om met Van Westrem te spreken, die voor die doelgroep een volgend werkje, Roem des geloofs in Jesus Christus (1732), eveneens in dit lettertype liet zetten.

Het laatst bekende dichtwerk van Van Westrem verscheen in 1744: Gods ontsachelyke voetstappen, in zyne voorzienigheid en oordeele, eenigzints nagegaan. Vier jaar later overleed Fransina Jakoba van Westrem. Zij werd in oktober 1748 begraven in de Grote Kerk van Arnhem. Haar werk raakte in de vergetelheid, maar in 1991 namen Groenendijk en Van Lieburg grote fragmenten van haar De goede strydt op in hun boek over sterfbedbeschrijvingen van gereformeerde kinderen.

Naslagwerken

Van der Aa; Lauwerkrans; Witsen Geysbeek.

Archivalia

Gelders Archief, Arnhem: Arnhem, Trouwboek Grote Kerk, d.d. 20-5-1713 [otr.]; Grafregisters Grote Kerk (d.d. okt. 1748). Rheden, Nederduits-gereformeerde gemeente te Rheden R.B.S. 1357 ((Onder)trouwboek 1676-1768) [huw.] [voor transcriptie 1676-1716 zie www.tonberendsen.com/genealogy/documents].

Publicaties

  • Zielsopwekking tot waare deugd en vrolykheit in lof- en smeekliederen, mitsgaders veldgezangen tot verheerlyking van de grooten Heer en formeerder van alles (Amsterdam 1725; 2de dr. 1740).
  • Wakkerhart of Vissersklagte over de doodt van [...] Frederik Adolf Lampe (Groningen 1737) [met achterin: F.J.C.v.W., ‘Op het wakend ontslapen van de groten godsgeleerde [...] Lampe’].
  • De goede strydt en gelukkige zegepraal van Hendrik te Winkel. [...] Met een bijvoegzel ten nutte voor de jeugd (Arnhem z.j. [1731]) [fragmenten in Groenendijk en Van Lieburg, 117-138].
  • Ter nagedagtenisse van de deugdryke [...] Catharina Biscop, huisvrouw van [...] Albertus Royaarts (Arnhem 1732).
  • Roem des geloofs in Jesus Christus [...] tot leven en hartsterkte van allen die Hem liefhebben en zoeken. In XLVII gezangen (Amsterdam 1732).
  • Gods ontsachelyke voetstappen, in syne voorzienigheit en oordeelen, eenigzints nagegaan. Mitsgaders korte uitbreiding over Salomons Hoogelied. Met een aanhangsel van geboorteliederen (Amsterdam 1744).
  • Zie ook De Jeu, 327-329, en voor Van Westrems gelegenheidsgedichten voor de familie Johannes d’Outrein/Geertruyd Sluiter: Ros, 119 n. 36.

Literatuur

  • J. Bots, Tussen Descartes en Darwin. Geloof en natuurwetenschap in de achttiende eeuw in Nederland (Assen 1972) 111 [drempeldicht bij A. Royaerds, De heerlijkheid van Gods werken, 1728].
  • L.F. Groenendijk en F.A. van Lieburg, Voor edeler staat geschapen. Levens- en sterfbedbeschrijvingen van gereformeerde kinderen en jeugdigen uit de 17e en 18e eeuw (Leiden 1991) 32-33, 60, 73, 117-138.
  • Annelies de Jeu, ‘’t Spoor der dichteressen’. Netwerken en publicatiemogelijkheden van schrijvende vrouwen in de Republiek (1600-1750) (Hilversum 2000) 194, 210, 243, 246-247, 327-329.
  • A. Ros, ‘De “literaire” canon van Johannes d’Outrein. Nuttige besteedinge der afgebrookene uuren’, Documentatieblad Nadere Reformatie 24 (2000) 111-120, aldaar 119.

Illustratie

Titelpagina van Fransina van Westrem, De goede strydt, ca. 1731 (Universiteit van Amsterdam, Bijzondere Collecties).

Redactie

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 438

laatst gewijzigd: 11/11/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.