Weyde, Cornelia Lubertina van der (1767-1808)

 
English | Nederlands

WEYDE, Cornelia Lubertina van der (geb. Den Haag 15-2-1767 – gest. Leiden 6-10-1808), schrijfster. Dochter van Hendrick van der Weyde (1733-?) en Pietronella van de Putte (1736-1787). Cornelia van der Weyde trouwde op 8-2-1795 in Den Haag met Jean Henri des Villates (1757-1797), jurist. Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 2 dochters geboren.

Hoewel Cornelia van der Weyde Nederlandse ouders had, werd zij luthers gedoopt in de Duitse kerk van Den Haag. Zij had een oudere broer, Gerrit, die in 1759 geboren is en luitenant-kolonel in Russische dienst zou worden.

In 1789 bracht de 22-jarige Cornelia van der Weyde samen met haar vriendin Maria van Zuylekom een bezoek aan Maria’s geliefde Jacob Eduard de Witte in de Gevangenpoort in Den Haag. Daar maakte Cornelia kennis met Jean Henry des Villates en spoedig werd zij zijn geliefde. Jean Henry, patriot en voormalig secretaris van de desolate boedelkamer van Amsterdam, zat daar wegens samenzwering en verraad een straf van 25 jaar uit. Tevens was hij infaam en meinedig verklaard en voor eeuwig verbannen uit Holland en West-Friesland. Des Villates kwam uit een rijke familie met militaire achtergrond en kon het er in de gevangenis goed van nemen ondanks het feit dat de familie hem onder curatele had gesteld. Cornelia van der Weyde volgde het voorbeeld van haar vriendin en liet zich vrijwillig opsluiten bij haar verloofde. De tijd bracht het paar door met het schrijven van romans: het was het begin van Van der Weydes literaire carrière.

In 1791 verliet Cornelia van der Weyde, inmiddels zwanger, de gevangenis en vertrok naar Warmond, waar in november hun eerste kind, Jan Hendrik, werd geboren. Het jongetje stierf daar ruim vier maanden later. Ze keerde terug naar de Gevangenpoort en in 1793 raakte ze opnieuw in verwachting. Weer verliet ze de gevangenis, nu om in Amsterdam de geboorte van het kind af te wachten. Op 1 februari 1794 werd daar in de Hoogstraat een dochter, Henriette Cornelia, geboren die op 23 april 1794 als onecht kind in Nieuwendam werd gedoopt. Het is niet duidelijk of Cornelia zich daarna weer bij haar geliefde in de Gevangenpoort heeft gevoegd. Na de inval van de Fransen in 1795 kwamen de patriotten aan de macht en kwam Des Villates vervroegd vrij. Cornelia en Jean trouwden nog hetzelfde jaar in Den Haag en gingen daar ook wonen. Jean werd drukker en uitgever. In 1795 werd hun tweede dochter, Maria Jacoba, geboren, maar zij leefde slechts kort. In 1796 sloegen zij op de vlucht voor hun vele schuldeisers. Ze reisden kennelijk naar Duitsland, want een jaar later stierf Jean des Villates in Burg-Steinfurt bij Münster.

Literair werk

Vóór ze Jean des Villates leerde kennen, had Van der Weyde voor zover bekend niets geschreven. Toen ze eenmaal de pen had opgenomen, kreeg ze de smaak te pakken en publiceerde in drie jaar vier boeken. In 1794 verscheen Henry en Louize, een brievenroman die veel overeenkomsten vertoont met Sara Burgerhart, de bekende brievenroman van Elisabeth Wolff en Agatha Deken. Van der Weydes boek is echter erotischer en haar officier Henry lijkt geïnspireerd door de militaire achtergrond van Des Villates. De recensent van de Vaderlandsche Letteroefeningen was wel lovend, maar vond dat ze haar karakters wat overdreven geschilderd had, en haar beeld van zwierig geklede mennisten was ver bezijden de waarheid.  

Cornelia van der Weydes volgende boek, Het onderworpen meisje (1795), kreeg in de Vaderlandsche Letteroefeningen alleen maar kritiek: voor het onzedelijk taalgebruik kon Van der Weyde zich niet verschuilen achter het gegeven dat haar hoofdpersoon nu eenmaal uit een lager milieu kwam. In een roman was ze immers vrij om haar eigen vocabulaire te kiezen. Haar laatste boek verscheen in 1797: Vrugten van mijnen geest, een verzameling overdenkingen over allerlei onderwerpen, zoals de ziel, de negerslaven en de gevolgen van losbandigheid, maar ook over letterkunde en de vraag of romans goede boeken zijn. In het stuk ‘Iets over de vrouwen’ schrijft ze dat vrouwen niet op mannen moeten gaan lijken: inmiddels, zo meent ze, is voldoende aangetoond dat vrouwen aan wetenschap kunnen doen en zeer kundig zijn, maar de opvoeding en het huishouden passen beter bij de aard van vrouwen. Zij heeft dan ook geen goed woord over voor koninginnen. Afgezien van enkele nuttige lessen, aldus de Vaderlandsche Letteroefeningen, was dit een oppervlakkig boek met allerlei schuttingtaal en dubbelzinnigheden.

Laatste jaren

Na de dood van haar man in 1797 legde Cornelia van der Weyde de pen neer. Ze keerde terug naar Den Haag en raakte verwikkeld in een felle strijd om de erfenis met haar schoonfamilie. In een brief aan een neef en nicht (afgedrukt bij Enschedé en La Bouterière) vertelde zij dat het haar vooral te doen was om het geld voor haar oudste dochter en het kind waarvan zij in verwachting was. Het zou gaan om een bedrag van 140.000 gulden. Door deze brief weten wij dat zij in 1797 in Den Haag op de Kapelbrug woonde bij een zekere J.H. Berty Coopman. Later is zij waarschijnlijk naar Leiden vertrokken waar zij op 6 oktober 1808 overleed. Op de tiende werd zij in Katwijk begraven. De verschuldigde belasting was twaalf gulden, hetgeen erop duidt dat ze haar dochter Henriette Cornelia niet onbemiddeld heeft achtergelaten. De bronnen zwijgen over een vierde kind.

Naslagwerken

Frederiks/Van den Branden; Ter Laan; Lauwerkrans; NNBW.

Archivalia

  • Haags Gemeentearchief: DTB.
  • Gemeentearchief Leidschendam-Voorburg: DTB.
  • Stadsarchief Amsterdam: DTB.
  • Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: familieadvertenties Des Villates [bericht betr. Des Villates’ vrijlating]; dossier Des Villates (Polvliet).

Publicaties

  • Italië, het land der liefde, of Brieven door mijn heer van D. aan mejuffrouw van R. geduurende zijne reize naar Italien geschreeven, en eenige antwoorden op dezelve (Rotterdam 1794) [geen exemplaar bekend].
  • Cornelia Lubertina van der Weyde, Henry en Louize. Eene Nederlandsche geschiedenis in gemeenzaame brieven, 2 delen (Leiden 1794).

  • Het onderworpen meisje, of De gedenkschriften van mejuffer Constanzia, of Bijdragen tot de menschenkundige geschiedenis van onze tijd (Leiden 1795) [geen exemplaar bekend].
  • C.L. van der Weyde, Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemen (Leiden 1797).

Literatuur

  • Vaderlandsche letteroefeningen (1794) 1, 385-386; (1795) 1, 180; (1796) 1, 132; (1797) 1, 183.
  • A.J. Enschedé en L. de la Bouterière, Des Villates en France et aux Pays Bas. Notes généalogiques (Haarlem 1881) 32-37, 144-147.
  • Th. Jorissen, ‘Uit de Patriottentijd. Eene apologie van den vaandrig De Witte’, Nederland 2 (1878) 111-274, aldaar 272.
  • Jan ten Brink, De roman in brieven 1740-1840. Een proeve van vergelijkende letterkundige geschiedenis (Amsterdam 1889) 1-38.
  • Marleen de Vries, ‘Over gekooide liefde, seks en literatuur’, in: Anna de Haas red., Achter slot en grendel. Schrijvers in Nederlandse gevangenschap 1700-1800 (Zutphen 2002) 43-52, aldaar 43-44, 47-48, 52.

Illustratie

Miniatuurportret, gesigneerd ‘H’ (Iconografisch Bureau, Den Haag).

Auteur: Dini M. Helmers

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 595

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.